Supersportwagen: Bristol Fighter

Supersportwagen: Bristol Fighter
Bekijk 2 foto's
Door: BV 28-05-2003
Het gebeurt zelden of nooit dat Bristol een nieuwigheid heeft aan te kondigen, maar de Fighter is een uitzondering. De piepkleine Londense luxeconstructeur, een afsplitsing van de vliegtuigenfabrikant Bristol, presenteert daarmee een supersportwagen, zij het zonder af te doen aan het comfort binnenin.

De Fighter (na een vliegtuig uit WOII de tweede Bristol met die naam) heeft een koetswerk waarvan de vorm voornamelijk werd bepaald door de aërodynamische vereisten. De constructeur stoelt daarmee op haar ervaring in de luchtvaartindustrie en dat vertaalt zich ook in de praktische uitwerking. De voorruit is panoramisch om het zicht rondom te verbeteren en er werden vleugeldeuren voorzien voor een probleemloze in- en uitstap in alle omstandigheden. De hoge, scherp afgelijnde achterpartij, de volledig vlakke bodem die vanaf twee derde van de wagenlengte licht oploopt om een aanzuigeffect te creëren, de druppelvorm van de cockpit en het lage frontale oppervlak zijn slechts enkele van de maatregelen waardoor de tweezitter een Cx van slechts 0,28 laat opmeten. Door de zorgvuldige positionering van de verticaal opgestelde voorruit valt het aërodynamische zwaartepunt overigens samen met het fysieke zwaartepunt (net in het midden van de wagen voor een ideale gewichtsverdeling) en dat is eerder uitzonderlijk.

Het chassis bestaat voornamelijk uit stalen en aluminium balken met een aluminium vloer met honingraatstructuur. Geen hoogtechnologische composietmaterialen of lijmtechnieken, maar het bedrijf slaagt er desondanks wel in het gewicht te beperken tot 1.475kg. De koetswerkpanelen zijn in aluminium en de vleugeldeuren en de kofferklep, bij wijze van uitzondering, uit carbon. Het voornaamste technische gegeven is zonder twijfel de krachtbron. In het vooronder zit immers een dikke 8-liter V10. Die is afkomstig van Chrysler waar hij ook dienst doet in de Viper, maar Bristol haalt toch iets meer vermogen uit het blok; 525pk om exact te zijn. De koppelkromme piekt bij 4.200t/min op 714Nm. De motor wordt naar keuze gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak of een automaat met vier verhoudingen. Over de prestaties is de constructeur vaag; een spurtje van 0 naar 100km/u kan in ongeveer 4 seconden en de topsnelheid bedraagt meer dan 330km/u. Daarmee komt men alvast op het terrein van de echte supersportwagens. Overigens zou er nauwelijks verschil zijn tussen de handbak en de automaat.

Bristol gaat jaarlijks 20 stuks produceren, tegen 195.000 pond, exclusief belasting, per stuk.

Geef commentaar
comments by Disqus