Getest: de extreme Alpine A110 R

Bekijk 11 foto's
Door: BV 25-01-2023

De kleine Alpine A110 is een succesnummer. De lichtgewicht sportwagen biedt een aardig alternatief voor de gevestigde waarden (lees: de Porsche Cayman). Z’n aluminium constructie en geavanceerde mechaniek (zoals de ophanging met dubbele wishbones voor- en achteraan) spreekt ogenschijnlijk heel wat liefhebbers aan. Alpine moest in de fabriek in Dieppe al een extra shift inlassen en intussen wordt ook het gamma uitgebreid. Naast de standaard A110 (voorheen de Pure) met 252pk en de iets pittigere ‘GT’ en ’S’ met 300pk, wordt nu een nog radicale ‘R’ in het gamma geparkeerd. Cadeau krijg je die al lang niet meer - hij kost meteen al 105.000 euro. Of zo’n eigenzinnige Fransoos volgens RS-recept (ja, we verwijzen weer naar Porsche) dat waard is? Wel, dat zoeken we uit.

Het begint een beetje met een teleurstelling. Alpine wijzigde immers niks aan de motor of de versnellingsbak - een 1.8 viercilinder met 300pk een een zeventrapsautomaat met dubbele koppeling. Identiek aan de ’S’. Maar er werd voor de rest niet op een aanpassing meer of minder gekeken. Het doel: dit vedergewicht (al van meet af aan 350kg lichter dan een Cayman) nòg lichter maken. Het middel: carbon. Véél carbon. De achterruit wordt erdoor vervangen, de kuipjes zijn in dat exotische materiaal en zelfs de velgen - geschoeid met semislicks - zijn eruit vervaardigd. Van die velgen (die voor- en achteraan trouwens verschillen omwille van de koelingsvereisten van de remmen) vermoed ik trouwens dat weinig eigenaren er effectief op zullen rijden, maar dat is weer een andere kwestie. De uitlaat komt uit een 3D-printer. Handgrepen binnenin waren te zwaar. Resultaat: precies 1.082kg droog aan de haak. Zo’n Alpine is natuurlijk niet groot, maar het is niettemin ongezien.

Het weggedrag werd niet alleen aangescherpt met banden die al flink knipogen naar het circuit - er komt ook een herwerkte ophanging bovenop. 10mm lager (en nog eens 10mm extra te verlagen op circuit) en met stijvere veren en dikkere antirolstangen mag je je weer aan meer sensatie verwachten. Blijkt ook uit de cijfers: de GT en S reppen zich in een flitsende 4,2 tellen naar 100km/u, maar deze R pitst er nog eens 3 tienden vanaf: 3,9 tellen. Iets waarvan ik vermoed dat het vooral met de toegenomen tractie (de banden dus) te maken heeft.

Wat vind ik goed?

Niet intimiderend en echt rijplezier. Een echt circuitspeeltje dat ook op de openbare weg overeind blijft. Want: eigenlijk best wel comfortabel. Toch voor zo’n extreme auto. Je kan ook bij 120km/u nog een praatje met je passagiers slaan. Niet evident. Op het circuit toont de R zich competent genoeg om mensen die zich regelmatig eens trakteren op een trackday voldoende te prikkelen. In dat verband ook nog dit: in tegenstelling tot de meeste automerken blijft de garantie op je A110 (eender welke uitvoering) gewoon geldig bij circuitgebruik. Dat hij apart, extreem en Spartaans overkomt is niet zo’n probleem. Je went bijvoorbeeld snel aan de afwezigheid van een achterruit. En het lijkt me ook een voordeel dat Alpine het niet te radicaal is gaan zoeken. Zo heb je wel nog altijd een airco en een infotainmentsysteem. Besluiten waar je kilo’s aan opoffert is een dans op een slappe koord die Alpine hier best elegant uitvoert.

Wat kan beter?

De A110 is nog een erg bruikbare auto. Eentje die niet meteen een klaagzang bij je wederhelft opwekt. Maar deze R is toch wat te radicaal daarvoor. Een harnas in de plaats van conventionele gordels is voor dagelijks gebruik echt niet praktisch. En die semislicks kunnen op de openbare weg wel eens verradelijk zijn. Ik vermoed dat heel wat gebruikers die dure carbonvelgen zullen ruilen voor minder delicaat schoeisel met een band die zich minder radicaal gedraagt. Zoals dat tegenwoordig bijna altijd het geval is: er is een verschil tussen er één willen en er één kunnen krijgen. Het is geen gelimiteerde oplage, maar het productievolume kent toch z’n beperkingen. Dealers krijgen ze dan ook maar met mondjesmaat toegewezen en er wordt bijna voor gevochten. Momenteel moet je er al een jaar op wachten. Op mechanisch vlak kan ik eigenlijk alleen zeggen dat een mechanisch sperdifferentieel ‘m wellicht nog beter had gemaakt en dat een tikkeltje meer vermogen uit de 1.8 (die dat trouwens aankan, in tegenstelling tot de transmissie) had de prijs wat lichter verteerbaar gemaakt. Ach ja, die prijs ook: 105.000 euro tegen 74.500 euro. Een flinke opstap voor een auto die geen aanpassingen aan motor en versnellingsbak biedt. Gelukkig verzachten de carbonvelgen, uniek in dit prijssegment, die bittere pil een beetje.

Technische gegevens:
Lengte: 4256mm
Breedte: 1798mm
Hoogte: 1252mm
Motor: 1.8l viercilinder turbomotor
Vermogen: 300pk @ 6300tpm
Koppel: 340Nm @ 2400 - 6000tpm
Transmissie: 7-traps DSG
Acceleratie naar 100km/u: 3,9s
Topsnelheid: 285km/u
Prijs: vanaf 105.000 euro


Geef commentaar
comments by Disqus