Vergelijking: BMW M4 vs Tesla Model 3

Vergroot foto
Door: BV 08-07-2019

Voorlopig is de Tesla Model 3 hier in Europa nog lang niet zo betaalbaar als Elon Musk ooit beloofde. Maar omwille van de uitzonderlijke prestaties van de potigste ‘dual motor’-versie, kan die het op vlak van prestaties probleemloos opnemen tegen auto’s die evenmin erg goedkoop zijn. Opeens bleek de Tesla Model 3 een concurrent te zijn voor de BMW M3 (of M4). Voor ruwweg 70.000 euro heb je immers een vierdeurs die naar 100 snelt in de hallucinante tijd van 3,4 seconden en die een top haalt van 261km/u. Een M3 (momenteel even niet beschikbaar maar omdat BMW recent een nieuwe 3-Serie introduceerde, maar binnenkort weer te koop) was een tel trager en makkelijk 10.000 euro duurder. En dan komen nog de belastingen…

Er zijn natuurlijk veel manieren om een vergelijking aan te gaan. BMW zal argumenteren dat zo’n Tesla heel even, heel hard kan gaan. En dat de M-modellen van het bedrijf dat desnoods een ganse dag door kunnen. En dat het maar een paar minuten in beslag neemt om er honderden kilometers autonomie mee te tanken. Dat ze prettig klinken. Enzovoort.

Kan je eigenlijk wel vergelijken?

Wij gooien het hier bij Auto55 even over een nog andere boeg. Die van de technische complexiteit. Een elektromotor is, zo is algemeen geweten, een pak minder complex dan een hedendaagse verbrandingsmotor. De eenheid van BMW telt 1.200 verschillende onderdelen. De elektromotor van Tesla? Die telt precies 50 onderdelen. Hij is ook een stuk minder zwaar. De eenheid bij BMW weegt 175kg. Zo’n Tesla-motor veeleer 50kg. Tesla heeft er wel twee nodig voor het snelste model, maar dan nog is het verschil verbluffend.

Anderzijds is er dan weer de tank. Een vol exemplaar bij BMW weegt bijlange geen 100kg. Terwijl een batterij bij Tesla honderden kilo’s weegt. De 75kWh accu in de Model 3 bestaat uit niet minder dan 4.416 cellen van zo’n 7cm groot. Daaraan hangt een kostenplaatje van zo’n 13.000 dollar. En dat terwijl BMW de motor van de M3 volgens schattingen van ingenieursbureau Munro & Associates wellicht kan maken voor 3.500 euro of minder. De motor van Tesla zelf kost dan weer amper 750 dollar per stuk, maar zelfs al zouden ze gratis zijn - het is de kostprijs van de batterij die de economische realiteit dicteert.

Zo’n Tesla is simpeler

Tenslotte is er natuurlijk ook de productie en de logistiek errond. BMW maakt gebruik van zo’n 200 verschillende leveranciers voor de bouw van z’n aandrijfgeheel. Zo komen pistons niet zelden van Tenneco, is het Thyssenkrupp dat heel wat van de krukassen bouwt, komen koppelingen van Schaeffler, injectie-onderdelen en sturingen van Continental en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Tesla heeft heel wat minder leveranciers, en derhalve ook een eenvoudiger logistiek model. De accucellen komen van Panasonic, maar Tesla maakt z’n de afgewerkte eenheden zelf. Net als z’n elektromotoren. Het gebruikt natuurlijk wel toeleveranciers - Brembo voor remmen, ZF voor de stuurbekrachtiging en het Japanse Yazaki voor bekabeling bijvoorbeeld - maar het zijn er veel minder.

En zo komen we op de productie- efficiëntie, waar de kleine Amerikanen een duidelijk, zij het moeilijk in cijfers om te zetten voordeel hebben tegenover de grote, logge Duitsers. BMW houdt in 4 motorenfabrieken 9.000 arbeiders aan de slag. De fabriek in Landschut maakt elk jaar 5 miljoen gietstukken in aluminium en magnesium. Alleen daar al gaat er 86.000 ton onderdelen per jaar de deur uit. In Freemont werken dan weer 10.000 mensen, maar die bouwen niet alleen de accu’s en de motoren, maar ook alle auto’s. Afgelopen jaar verkocht Tesla ongeveer 250.000 auto’s. BMW iets meer dan 2 miljoen.

Geef commentaar
comments by Disqus