McLaren F1: op slag legendarisch (1992 - 1998)

Bekijk 10 foto's
Door: BV 04-07-2019

Voor ondergetekende spreekt de inmiddels bijna 23 jaar oude McLaren F1 meer tot de verbeelding dan zowat alle moderne supersportwagens. En dat heeft niet alleen met z'n naam te maken. De door Peter Stevens getekende laagvlieger was indertijd ongezien snel (nog altijd kan de F1 hoogtechnologische scheurijzers het vuur aan de schenen te leggen) en z'n concept - nu nog steeds excentriek - was er één uit de duizend.

McLarens opzet was duidelijk: de ultieme straatauto maken die ook nog eens uitblinkt op circuit. De F1 moest dus licht en tegelijk erg krachtig zijn en bovendien plaats bieden aan drie inzittenden. De bestuurder zat dan in het midden, net zoals in een racewagen, en twee passagiers konden er dan net achter elk een kant kiezen. En er werd op geen pond gekeken bij de constructie. De F1 was 's werelds eerste productiewagen met een monocoque uit CFRP en ook carbon, magnesium, titanium en zelfs Kevlar en goud - als hittewerend scherm voor motor en uitlaat - kon je erin terugvinden. In totaal kreeg elk exemplaar ongeveer 16g van het edelmetaal aan boord - een kleine bijdrage aan de ook maar 1.062kg die de F1 op de weegschaal legde. De kostprijs van dit alles? Indertijd ruwweg 1 miljoen dollar, maar tegenwoordig mag je dat bedrag gerust verdubbelen.

De klant werd weliswaar verwend. Bij elke McLaren F1 hoorde een speciaal ervoor ontworpen tassenset, uiteraard met inbegrip van een golftas. En bij de aankoop kreeg je ook een gegraveerd TAG Heuer 6000 Chronometer polshorloge cadeau. Voorts was de bestuurderszetel vervaardigd uit CFRP (net als de monocoque) en overtrokken met Connolly-leder. Het stuur verstellen kon je niet. Dat werd, net als de pedalen, netjes aangepast aan de afmetingen van de klant bij het opnemen van de bestelling.

Krachtig

Voor de motor zijn de Britten gaan aankloppen bij BMW. Nochtans werd eerst aan een blok van Honda gedacht - McLarens toenmalige leverancier in de Formule 1. Maar aangezien de Japanners het niet zagen zitten om speciaal voor de F1 een twaalf- of zelfs veertiencilinder uit hun mouw te schudden, is BMW overgegaan tot de bouw van een atmosferische 6.064cc V12 die zomaar eventjes 636pk bij 7.400tr/min ontwikkelde - 86pk méér dan wat Gordan Murray oorspronkelijk van Honda verlangde. Dat blok, dat ook 16kg zwaarder was dan voorzien, werd in het midden gemonteerd, met de aandrijving op de achterwielen. En om van verzet te wisselen, werd voor een manuele zesbak met een meerplaatskoppeling uit carbon (van AP) gekozen. De F1 bezat ook een sperdifferentieel met beperkte slip van Torsen en een aluminium vliegwiel dat ideaal bleek qua afmetingen en gewicht om het opgewekte koppel over te brengen.

Na heel wat testwerk, waarbij F1's vermomd waren als Ultima MK3 kit cars met klinkende namen als Albert en Edward, werd de productieversie voorgesteld in Monaco. Dat was op 28 mei 1992. De F1 viel meteen in de smaak. Hij zag er verbluffend uit en zijn beschikbare trekkracht van 651Nm (bij 6.500tr/min) stelde hem in staat tot tenenkrullende acceleraties. Vanuit stilstand zat je na nog geen 3,4 tellen aan 100km/u en na 28 seconden wees de teller 320km/u aan. Het plafond was daar overigens nog lang niet mee bereikt. Op 31 maart 1998 liet een McLaren F1 maar liefst 372km/u optekenen met de toerenbegrenzer ingeschakeld en 391km/u zonder diezelfde begrenzer. Niet verwonderlijk was de sportwagen succesvol in de racerij, met als blikvanger winst in de 24 Uren van Le Mans in 1995.

Met een luchtweerstandscoëfficiënt van 0,32 doet de McLaren F1 nog steeds beter dan de enige Bugatti die nieuw te verkrijgen is. Zijn koetswerk was dan ook één brok functionaliteit. Hoewel de standaardversie - in tegenstelling tot de GTR- en LM-modellen - niet met een grote achtervleugel was uitgerust, beschikte die wel over een diffuser achteraan alsook twee elektrische ventilatoren uit Kevlar om de neerwaartse druk nog verder op te voeren en lucht om te leiden naar het motorcompartiment. Daar kwam ook lucht terecht die - eerst onder hoge en dan onder lage druk - via de inlaat op het dak werd aangevoerd. De F1 had weliswaar wel een kleine, beweeglijke spoiler achteraan, maar die diende vooral om de balans te behouden wanneer er fors geremd werd met (meer dan) 64km/u op de teller. De bijters werden door Brembo geleverd.

Beperkte reeks

Van de tussen 1992 en 1998 in totaal 106 geproduceerde McLaren F1's, waren er vijf prototypes (XP), één LM prototype (XP LM), drie met een lange staart (GT), vijf LM's (getuned) en 28 racewagens (GTR). De overige auto's in elkaar schroeven nam - per exemplaar - ongeveer drie en een halve maand in beslag. Indertijd stond de McLaren F1 te boek als de snelste productiewagen op de aardbol - hij bleek sneller dan de Jaguar XJ220. De bolides die hem na zijn regeerperiode opvolgen, waren niet langer door een atmosferische motor aangedreven. Die hadden turbo's nodig.

Geef commentaar
comments by Disqus