Aston Martin DB5 (1963 - 1965): De meest legendarische Brit

Bekijk 11 foto's
Door: HM 07-04-2017

Aston Martin had in de periode na WOII een traditie van exclusieve en compromisloze racewagens opgebouwd. De focus lag op sport, vooral racerij. De motor vooraan: een ruwe zescilinder in lijn. Dergelijke racewagens besturen en het potentieel maximaal benutten, was niet makkelijk. Meer kunst dan wetenschap. Niet voor iedereen weggelegd. In die periode kon het Britse Aston Martin de Italianen achter zich houden. In 1959 overheerste Aston Martin zelfs de legendarische 24u van Le Mans. 

Van racer naar filmster

Pas vanaf de jaren zestig ging Aston Martin zich meer toeleggen op auto’s voor de openbare weg. In 1964 evolueerde het toenmalig paradepaardje DB4 naar de DB5. DB staat voor David Brown, de toenmalige legendarische directeur. Deze DB5 wou de drempel verlagen. Wat minder gericht op racen, meer luxe en verfijning. De DB5 was een vierzitscoupé, een echte GT. Gebruiksvriendelijker en makkelijker te besturen. Volgens David Brown konden ook vrouwen er mee rijden. In de DB5 vond je dik tapijt, elektrische ramen, vele wijzerplaten bezaaid over het dashboard en een dikke cardanastunnel.

Het elegante design kwam van Carrozzeria Touring. Een Italiaans designbureau dat werkte volgens het Superleggera-principe. Dat betekent een lichtgewicht buizenchassis met daarover alu-plaatwerk, met als voordeel een grote flexibiliteit. Maar door de extra luxe was de DB5 met z’n 1500kg geen superlichtgewicht. Er werden ook 123 convertibles gebouwd. Die waren nog zwaarder.

Onder de mooi gewelfde motorkap met het gevleugelde logo stak de zware 4000cc, zescilinder-in-lijn met 282 pk. Hij bereikte in 8.2sec de 100 km/u. Niet slecht, maar door z’n hogere gewicht kon hij de lichtere en snellere Italianen niet meer achter zich laten. Instappen vergde enige acrobatie, hij had een lage zit. Maar eenmaal gezeten in de comfortabele, leren sportzetel was het zalig rijden met deze DB5, geen werken en zweten meer.

My name is Martin, Aston Martin

Dat zalige rijgedrag in combinatie met de tijdloze schoonheid, was ook de Britse superspion 007 niet ontgaan. James Bond had niet alleen oog voor vrouwelijk schoon, maar hij wist ook de schoonheid van een sportwagen te smaken. Het gevolg was dat deze Aston Martin van nichespeler naar wereldfaam werd gekatapulteerd. Ondanks het feit dat hij slechts 2 jaren in productie is geweest en amper boven de 1000 exemplaren raakte, werd de DB5 veel bekender dan z’n sportievere voorganger (DB4) en z’n opvolger (DB6) die groter was en meer verkocht werd. Hij is misschien wel de meest legendarische Engelse klassieker van allemaal.

De DB5 stond in meerdere James Bondfilms in de spotlights, en niet alleen in de jaren zestig. Ook in de 21-ste eeuw blijft deze DB5 terugkomen en hij heeft niets van z’n sterallures verloren.

Zeker geen topracer

Hij is misschien wel de meest legendarische Engelse klassieker van allemaal.
In Goldeneye (James Bond in de nineties) kon de superspion met een verouderde Aston Martin DB5 een veel recentere Ferrari F355 makkelijk volgen en zelfs voorbijsteken. Totaal onrealistisch. Elke geoefende chauffeur zou in deze veel snellere Ferrari makkelijk de oubollige DB5 ver achter zich laten. Tja, ‘t is natuurlijk James Bond.

Vandaag is Aston Martin duidelijk minder uitgesproken sportief dan vele van z’n rechtstreekse concurrenten. Het trekt een ander publiek aan. Het merk maakt zich sterk dat 90% van z’n producten nog steeds bestaat en kan rijden. Je ziet ze inderdaad minder crashen dan de schreeuwerige Ferrari’s of Lambo’s.


Geef commentaar
comments by Disqus