Audi 100 (C3) 1982 - 1991

Bekijk 16 foto's
Door: HM 09-10-2016

Audi was één van de vier merken van het Duitse Auto-Union. Vandaar de vier ringen. Na WO II sneuvelden er twee. Audi werd in de wachtkamer geparkeerd en aanvankelijk was DKW het meest actief. Tot de jaren zestig. DKW doofde uit en onder de hoede van VW nam Audi vanaf 1965 eerst een aarzelende doorstart en vervolgens een ongezien steile klim. Eén van de wegbereiders van deze opgang was de Audi 100. En de derde generatie (C3) misschien nog het meest van al. Deze Audi 100 zette de lijn uit voor de latere succesvolle A6-reeks.

Luchtkliever

Bij z’n lancering in 1982 werd hij meteen ‘auto van het jaar’. Deze titel verdiende hij door z’n degelijkheid en z’n ‘voorsprong door techniek’, maar vooral door z’n pionierswerk inzake aerodynamica. De voorgangers van deze Audi 100 waren groot en vierkant en hadden het continu aan de stok met de luchtdichtheid. De nieuwe 100 daarentegen brak records als luchtkliever.

Bij de ontwikkeling van z’n nieuwe 100 had Audi eerst de specialisten aerodynamica aan het werk gezet. Zij mochten zich uitleven en de vorm uittekenen voor een ideaal gestroomlijnde grote sedan. Pas in een volgende fase werd de lijn bijgeschaafd door de designers. Er waren strikte orders om alle details uit te werken in functie van de aerodynamica: speciale bevestigingstechnieken voor de zijramen, wieldeksels, knipperlichten, ruitenwissers, antenne, achteruitkijkspiegels, het weglaten van regengoten, een gladde bodem. Het ontwerp vertoefde uitzonderlijk veel uren in de windtunnel waar alles werd gladgestreken.

Het gevolg was een ongeziene CX-waarde van 0.30. Maar bovenal was Audi er toch in geslaagd een elegante lijn te behouden. Door de vele glaspartijen kampte de auto wel met het serre-effect. Niet elke Audi 100 had een airco in die tijd.

De ideale reisauto

De nieuwe Audi 100 wou zich profileren als de ideale reisauto. Hij was zeer ruim en comfortabel, had achteraan veel beenruimte, een grote koffer en dankzij een benzinetank van 80 liter kon de zuinige diesel 1200km ver raken, alweer een record.

Audi wou graag enkele trapjes hogerop. Er werd dus hard gewerkt aan de degelijke afwerking. Er mocht simpelweg niets rammelen, ook niet na jaren intensief gebruik. Roest was nog nauwelijks een probleem voor Audi, maar toen deze Audi 100 vanaf 1985 een volledig verzinkte carrosserie kreeg, was dat helemaal van de baan. Ook de veiligheid werd niet uit het oog verloren. Audi lanceerde Procon-ten-safety (Programmed Contraction Tension). Dat zorgde voor het ‘intrekken’ van het stuurwiel bij een zware botsing. En om nog meer hogerop te geraken kwam er in 1984 een luxueuzere versie: de Audi 200, de voorloper van de A8. Geen diesels voor deze 200, maar krachtige benzinemotoren en extra luxe. De Audi 200 turbo was in 1984 met 230km/u de snelste productiesedan ter wereld.

Vijfcilinders

Deze Audi debuteerde met slechts één viercilinder: de instap 1.8l benzinemotor. De overige motoren waren telkens vijfcilinders. Audi geloofde zeer sterk in deze weinig gehanteerde motorarchitectuur. Een vijfcilinder blijft een compact motorblok, maar geeft meer souplesse dan een viercilinder. In 1989 was er de zeer opgemerkte primeur van de direct ingespoten TDI-dieselmotor. Dat was een (vijfcilinder) 2.5l met 120pk. Er waren al enkele concurrenten met een direct ingespoten (DI) dieselmotor, maar deze TDI overtuigde door zijn zuinigheid en vinnigheid, en werd meteen de norm voor de nieuwe generatie dieselmotoren.

In tegenstelling tot de andere Duitse concurrenten bleef Audi zweren bij voorwielaandrijving. Vanaf 1984 was er ook de mogelijkheid voor de vierwielaandrijving (quattro).

Schandaal

Ook in de VS was de Audi 100 goed op weg om door te breken, tot er eind jaren ’80 een schandaal losbarste. Een aantal Audi’s bleek ongewild te acceleren met 7 doden en vele gewonden tot gevolg. Het werd een welles-niettes-spelletje tussen Audi en de consumentenverenigingen, met evenwel als jammerlijk gevolg dat hij geen mooie verkoopcijfers meer kon laten optekenen in de VS.

Imagoboost

Deze Audi 100 zette de lijn uit voor de latere succesvolle A6-reeks
Deze Audi 100 werd veruit het meest verkocht als vierdeurs. Er verscheen ook een halfslachtige vijfdeurs, geen break maar Avant genoemd. Pas bij z’n opvolgers zou de break aan z’n opmars beginnen. Uiteindelijk zijn er 1.078.000 exemplaren verkocht van deze Audi 100, maar nog belangrijker voor het merk was de imagoboost. Dankzij z’n degelijke uitstraling en techniciteit kon Audi stilaan z’n wielen naast die van de gereputeerde BMW’s of Mercedessen zetten.

Geef commentaar
comments by Disqus