9x Tussen Japanse kunst en kitsch

Toen de Japanners hun veroveringstocht begonnen, was het wat zoeken naar hun plaats in de markt. Ze waren zeer blij met het mooie compliment van ‘value for money’. Een Japanse auto werd beschouwd als degelijk, maar ook wat saai en grijs. Vandaar deze bijzondere inspanningen uit het land van de rijzende zon om iets aparts en spannends los te laten. Vooral de jaren tachtig stonden er bol van. Of hoe de Japanners de wereld konden veroveren, maar vervolgens de trappers toch wat kwijtraakten.

NISSAN SILVIA (S12) 1983 - 1988

Ook deze Nissancoupé kon niet achterblijven. Z’n voorgangers waren nog wat ingetogen, maar in de jaren tachtig werd de sobere en zachte sportvormgeving overboord gegooid en werd gekozen voor futurisme, strakke lijnen en klapkoplampen. Veelal werd deze coupé iets te marginaal getuned en kreeg hij teveel blingbling. Je zag ook wel eens een oudere vrouw met krulspelden aan het stuur zitten.

SUBARU XT 1985 - 1991

Van Subaru kon je echt alles verwachten. Dus zo verwonderlijk was deze XT nu ook weer niet. Je kon niet naast die ver doorgedreven wigvorm kijken. Niets mocht normaal zijn. Gevolg: een asymetrisch stuur, meer joystick dan versnellingspook en een overdaad aan knopjes en lichtjes.

HONDA PRELUDE 1991 - 1996

De eerste generatie (1978) was nog sober. De tweede generatie (1983) werd al wat groter en zocht meer z’n heil in de barok. Vanaf de jaren negentig werd de Prelude nog zwaarder, kreeg een breed digitaal dashboard en was klaar om te figureren in films als Star wars of Battlestar Galactica. Hij had wel knappe technologie onder z’n ruimtepak, met VTEC-motoren en vierwielsturing. Ook wel de laatste stuiptrekkingen van dit ras.

NISSAN 300ZX 1983 - 1989

De eerste Z (jaren zestig) was nog sober en sportief. Na enkele generaties werd er een X aan toegevoegd om te benadrukken dat het allemaal wat ‘ultra’ mocht zijn. Het waren de jaren tachtig, het mocht wat zwaarder, vetter, meer spoilers. Een poging om wat meer richting Porsche of Corvette op te schuiven, wat resulteerde in een hoog Johny-gehalte. Deze ZX kon zelfs praten. Het populaire ‘Knightrider’ werd zowaar realiteit.

SUBARU SVX 1992 - 1997

Ook de opvolger van de XT hoort hier thuis. De SVX stond voor futurisme. Een creatie die je eerder verwacht in een stripverhaal. In tegenstelling tot de andere bimbo’s in dit artikel is deze SVX een ontwerp van de Italiaanse grootmeester Giugiaro. Het opvallend glazen dak gaf de indruk dat je in de cockpit van een straaljager zat. Ook die heeft speciale zijruiten waarvan slechts het onderste deel omlaag kan. Met z’n stoere boxermotor van 3300cc was deze SVX toch wel één van de duurdere Japanse aanvallen op Europe’s finest (Porsche, Jaguar, Mercedes, BMW). Maar het blijft natuurlijk een Japanner.

TOYOTA SUPRA 1981 - 1986

Aanvankelijk was het de Celica die bij Toyota de sportieve honneurs waarnam. Vanaf 1981 mocht het wat meer zijn. De Supra (what’s in a name) werd wat bombastischer en stond enkele trappen hoger. Hij kreeg een zescilinder en vooral z’n impressionant front schreeuwde nog harder om aandacht. Nog meer dan de Celica wou hij de ‘bad boy’ uithangen en werd vooral populair bij tuners, rappers of pooiers.

MITSUBISHI STARION 1982 - 1989

Een aparte, exuberante vormgeving met klapkoplampen. Turbo was het nieuwe modewoord en dat ‘fluitend ding’ deed goed z’n werk in deze sportcoupé. Voorts ook een digitaal dashboard en spoilers, dikke spoilers. Helemaal eighties. Zelfs leverbaar met een bordeauxrood dashboard en tapijt. No limits aan de gekheid of kitsch.

MAZDA 929 COUPE 1982 - 1988

In de jaren tachtig stuurde Mazda vooral saaie auto’s de weg op. Maar net op het moment dat je dacht dat Mazda geen saaiere auto’s kon bouwen, komen ze met deze nekkendraaier. De brave huisdesigner moet even iets geestesverruimends geslikt hebben. Een hoogtepunt in de Japanse experimenteerdrift en zoektocht naar het hogere. Vooral veel uiterlijk vertoon maar weinig power. Deze coupé was ook met een wankelmotor te verkrijgen of met een digitaal instrumentenbord.

MITSUBISHI SAPPORO 1978 - 1984

Gebaseerd op de klassieke vierdeurs Galant van die periode. Dat was een 13 in een dozijnauto. Vervolgens onder handen genomen met de bedoeling om vooral aandacht te trekken. Het moest niet praktisch zijn, opvallen was de boodschap. Een zoektocht naar meer exclusiviteit met een weelderige cockpit of een vinyl dak. Ook bij vele andere merken gebeurde dat, maar vergeleken met de archaïsche Britse concurrentie, strenge Duitsers of fragiele Italianen, antwoordde deze Japanner met een ruimteschip.

Geef commentaar
comments by Disqus