70 jaar Mercedes SL - hoe een haastklus uitgroeide tot een icoon

Bekijk 19 foto's
Door: BV 13-06-2025

In het voorjaar van 1955 stelde Mercedes-Benz de 190 SL voor aan het grote publiek. Daarmee werd het startschot gegeven voor een modelreeks die tot vandaag tot de verbeelding spreekt. Zeven decennia later blijft de SL-lijn een herkenbare pijler in de Mercedes-catalogus — een zeldzame combinatie van stijl, techniek en aantrekkingskracht. De 190 SL was niet de opvolger van de legendarische 300 SL Gullwing, maar wel de eerste echte roadster die sportiviteit met luxe combineerde in een vorm die wereldwijd aansloeg. Zijn ontstaan is haast even bijzonder als het ontwerp zelf.

Een Amerikaanse vraag, een Duits antwoord

In september 1953 werd Max Hoffman, de Amerikaanse Mercedes-importeur, uitgenodigd op het hoofdkantoor van het merk in Stuttgart. Daar besprak de directie toekomstplannen en marktkansen, in het bijzonder voor de snelgroeiende markt in de Verenigde Staten. Tijdens die vergadering stelde Mercedes voor om een tweezitscabriolet te bouwen op basis van de nieuwe 180 ‘Ponton’-sedan. Hoffman was niet onder de indruk. Hij was van mening dat een afgeleide van een brave middenklasser geen potten zou breken in Amerika. Wat hij wél zag zitten, was een model dat zoveel mogelijk zou lijken op de spectaculaire 300 SL, zij het zonder diens racetechniek of prijskaartje. Het voorstel sloeg aan, en Mercedes ging onmiddellijk tot actie over.

Van schets tot prototype in 150 dagen

De tijdsdruk was ongezien. Het prototype moest klaar zijn voor de New York Auto Show van april 1954, wat betekende dat de ontwerp- en ontwikkelingsafdeling nauwelijks vijf maanden de tijd kreeg om van een blanco blad naar een toonbare wagen te evolueren. De eerste schetsen lagen al na twee weken op tafel. Na vier weken volgde een schaalmodel op 1:10, en na twaalf weken een model op schaal 1:5. Slechts twintig weken na het eerste idee werd er al een houten mock-up op ware grootte gepresenteerd. In totaal verliepen amper 150 dagen tussen het eerste ontwerp en het moment waarop de auto in New York in de schijnwerpers stond.

Om dat tempo vol te houden, paste Mercedes enkele slimme kunstgrepen toe. De 190 SL maakte gebruik van het verkorte chassis van de Mercedes 180. Dat werd gecombineerd met een zelfdragende carrosserie, een bijzonder moderne keuze voor een cabriolet in de jaren vijftig. De wielophanging werd eveneens overgenomen van de Ponton, met vooraan dubbele draagarmen en achteraan de beproefde pendelassen, die weliswaar robuust waren, maar in snel genomen bochten hun beperkingen kenden.

Mooier dan hij snel was

De motor was een viercilinder-in-lijn met bovenliggende nokkenas, met een inhoud van 1.897 cc. Die M121-motor, een (heel) verre neef van het zescilinderblok uit de 300 SL, leverde 105 pk bij 5.700 tpm en zo’n 142 Nm aan koppel. Daarmee haalde de 190 SL een topsnelheid van om en bij de 170 km/u. De acceleraties waren allesbehalve indrukwekkend. De sprint van 0 tot 100 km/u vergde officieel 14,5 seconden, wat de auto in het beste geval een vlotte cruiser, maakte. Zijn rijkarakter was dan ook eerder zacht en comfortabel dan scherp en speels. De vierversnellingsbak was degelijk, maar weinig inspirerend, en ook de besturing voelde eerder licht dan communicatief aan.

Luxe op z’n Duits

In maart 1955 kreeg het model zijn officiële wereldpremière op de Autosalon van Genève. Mercedes stelde er drie versies voor: de klassieke Cabriolet, een coupé met afneembare hardtop, en een coupé-cabriolet met zowel een linnen kap als een verwijderbare hardtop. De SL was rijk uitgerust naar de normen van die tijd. Hoewel Mercedes bewust een beperkte optielijst hanteerde — men vond de wagen standaard al voldoende volledig — konden klanten wel kiezen voor extra’s zoals lederen bekleding, mistlampen, witte zijvlakken op de banden, een buitenspiegel aan passagierszijde, een op maat gemaakte kofferset en natuurlijk een radio van het merk Becker. Die Becker-radio’s waren destijds toonaangevend qua geluidskwaliteit, al vingen ze helaas geen FM-signaal. Een elektrisch bedienbare antenne was dan weer een accessoire - daarvoor moest de dealer zelf de handen uit de mouwen steken.

Het interieur was afgewerkt met een dashboard in metaal, gelakt in de kleur van de carrosserie. De boven- en onderzijde waren overtrokken met bekleding in de kleur van het interieur — een stijlvol detail dat de brug sloeg tussen de wereld van de luxecoupés en de roadsters. De esthetiek was klassiek Mercedes: strak, degelijk en met gevoel voor proportie.

Technische evolutie, maar nauwelijks facelift

Tijdens de volledige productiecyclus zou het uiterlijk van de 190 SL amper veranderen. Mercedes liet de koets grotendeels ongemoeid, maar paste wel verschillende technische zaken aan. Al zes maanden na de lancering werden de overbrengingsverhoudingen van de versnellingsbak gewijzigd om de bruikbaarheid te verbeteren. In 1956 werd rembekrachtiging standaard, wat de remweg aanzienlijk verkortte. Dat jaar verving Mercedes ook de aluminium motorkap en kofferdeksel door exemplaren in staalplaat, nadat was gebleken dat aluminium te gemakkelijk boog. In 1959 kwam er een vernieuwde hardtop met een panoramische achterruit, die zorgde voor een lichtere cabine en beter zicht rondom.

Een succes in drie werelddelen

De 190 SL sloeg aan bij het publiek. De Verenigde Staten tekenden voor maar liefst 40 procent van de verkoop. Duitsland nam, nu de naoorlogse wederopbouw op kruissnelheid was, 20 procent voor zijn rekening. De rest van de productie werd verdeeld over de wereld: Europa, Zuid-Amerika, Azië, Australië — overal waar Mercedes actief was, vond de 190 SL een publiek. De auto sprak vooral kopers aan die zichzelf een comfortabele en prestigieuze tweezitter wilden gunnen, eerder dan liefhebbers van puur rijplezier.

De Pagode wachtte al

In 1963 kwam het einde van de productie. Mercedes had toen 25.881 exemplaren van de 190 SL gebouwd. Hij werd opgevolgd door de 230 SL, ook wel bekend als de Pagode. Die voerde onder meer brandstofinjectie, schijfremmen en een nieuw veiligheidskoetswerk in — en markeerde een duidelijke stap in de richting van het meer technisch geavanceerde SL-DNA dat de volgende decennia zou blijven evolueren.