Plots kreeg Mercedes vleugeltjes (Heckflosse, W110, W111)

Bekijk 7 foto's
Door: HM 21-06-2019

Principieel laat een Mercedesingenieur zich nooit afleiden door mode of trends. Daar halen ze in Stuttgart hun neus voor op. Vroeger toch. Maar kijk, in de late jaren ’50 moet de deur toch even hebben opengestaan. Er waaide zowaar een frivool lentebriesje door de kantoren van Das Haus.

Het was de grote W111 die wou knipogen naar de modieuze Amerikanen met hun buitennissige vinnen. Heckflosse noemen de Duitsers dat, staartvinnen. Mercedes wou zeker niet het formaat van de exuberante Cadillacs of Chevrolets. Uiteraard een tikkeltje discreter. Alles wat in die periode uit de VS kwam overgewaaid, stond voor succes en prestige. Dat deed zelfs de strenge Duitsers even uit hun rol vallen. Het nuchtere Mercedes zag zelfs wat praktische voordelen. Niet zozeer uiterlijk vertoon maar die staartvinnen zouden ook helpen als hoekmarkering om achteruit te kunnen parkeren. Parkeersensoren moesten nog uitgevonden worden.

Statigheid uit een vervlogen tijdperk

Dus groot nieuws in 1959: de lancering van de statige W111. Eigenlijk de geboorte van de latere prestigieuze S-klasse. Voor Mercedes en bij uitbreiding gans Duitsland werd dat het grootste en meest luxueuze model. De W111 maakte indruk. Je kon niet naast de prominente chromen grille met de ster kijken. De dikke blinkende bumpers, forse verticale koplampen, een sterk gewelfde voor-en achterruit. En uiteraard die staartvinnen achteraan. Mercedes had een statement gemaakt en bood uitzonderlijk veel luxe per strekkende meter. In die tijd werd er nog heel anders naar design gekeken. Er was nog geen obsessie met stroomlijn, evenmin vond je plastic in of rond de toenmalige auto’s. Maar men was des te guller met chroom.

Maniakaal perfectioneren

Er waaide zowaar een frivool lentebriesje door de kantoren van Das Haus.
Maar bovenal was deze limousine degelijk en veilig. Mercedes pionierde met z’n veiligheidscarrosserie met kreukelzones, bedoeld om de kinetische energie op te vangen. Intrekbare veiligheidsgordels en een veiligheidsstuur. Vandaag vinden we zo’n veiligheidsstuur evident, maar in een verder verleden waren er verhalen of foto’s hoe de stuurstang bij een frontale botsing kon afbreken en als een spies…… laat ons niet verder in detail treden. In het interieur werden alle scherpe randen afgerond en mooi bekleed. Dat zorgde voor een gevoel van luxe en was bovenal veel veiliger. De Mercedesingenieurs waren toen al maniakaal bezig om elk aspect onder de loupe te nemen, geobsedeerd om elk detail te verbeteren.

Vanaf 1961 verscheen er ook een cabrio-en coupévariant. Meestal was het omgekeerd maar nu was de vierdeurs frivoler dan de coupé. Deze laatste was soberder gelijnd en kreeg geen prominente staartvinnen. 

Ook motorisch zat alles snor. De W111 begon bij een zescilinder met 2200cc, variërend van 95 tot 120pk. Wat later kwam de 250SE met 150pk. En nog later de 300SE met 160pk en zelfs luchtvering. Aan het einde van z’n loopbaan kwam er nog een V8 met 3500cc en 200pk. Dat was helemaal het summum.

Op tien productiejaren rolden er 338.000 exemplaren uit de fabriek. Wat in die tijd erg veel was voor zo’n dure limousine. Anderzijds had hij nauwelijks concurrenten. Er waren enkele Jaguars of wat Amerikanen. En wie nog een stuk duurder wou gaan, kon terecht bij Rolls Royce of Bentley.

Downsizing

Naast de prestigieuze W111, zeg maar S-reeks, verscheen vanaf 1961 de W110. Een meer bescheiden variant. Bedoeld als basismodel, met ronde koplampen. Ook hier waren de staartvinnen aanwezig. De W110 stond op dezelfde basis, maar iets ingekort. Deze zou de voorloper worden van de succesvolle E-reeks. Bij z’n lancering stond de pinker nog op de vleugel, pas jaren later vond die een plaats onder de ronde koplamp.

De W110 kreeg ook een diesel: eerst de slome 190D, en later de 200D. Ondanks de povere prestaties werden de diesels lyrisch onthaald. Andere tijden. Ze bleken zeer betrouwbaar, zuinig en goedkoop in onderhoud. In de jaren ’60 werd dat de ideale taxi. Ze waren niet stuk te krijgen en bleven rijden. De W110 bleef in productie tot 1968. Toen verscheen de W115. Deze was opnieuw wat soberder. En meteen was het gedaan met de staartvinnen.

Geef commentaar
comments by Disqus