Citroën C1 1.0 Interieur

Citroën C1 1.0
Bekijk 6 foto's
Door: REDACTIE 15-10-2007
Om een gedegen oordeel te kunnen vormen van de wagen in het algemeen, en het interieur in het bijzonder, moeten we even stilstaan bij het concept. PSA en Toyota hebben de compacte tel uit hun respectieve gamma’s specifiek ontwikkeld om kostefficiënt gebouwd te worden. Een verschil met de aantrekkelijk geprijsde versies van het gros van de concurrenten, die meestal van het niet essentiële ontdaan zijn en daardoor ‘naakt’ worden aangeboden. De Japanners en Fransen kozen, ongetwijfeld ook gestimuleerd door de gezonde winstmarges die een dergelijke aanpak ondanks een scherp prijskaartje nog kan opleveren, voor structurele aanpassingen. Daarom ook dat de achterruit bij de vijfdeursversie openklikt, in plaats van in de deur zakt, de hoedenplank door slechts één miezerig koordje wordt opgetild, de achterklep geheel uit glas vervaardigd is en door één gasdemper wordt gedragen, het metaal rijkelijk zichtbaar is aan de binnenzijde en de voorruit door één enkele ruitenwisser wordt gewist. Algemeen kan je ook stellen dat de ontwerpers wisten wat ze deden. Wat met minder kan, hoeft ook niet met meer. Dat geldt zeker voor het metaal aan de binnenzijde, het koordje boven de hoedenplank en de ruitenwisser.

Het interieur komt vanuit het oogpunt van de bestuurder degelijk en zeker niet buitensporig goedkoop over. De instrumenten op de middenconsole mogen zich makkelijker laten instellen, maar de vormgeving is op z’n minst origineel. Het instrumentarium is minimalistisch, maar alle essentiële info in duidelijk afleesbaar. Een optionele toerenteller, links bovenop de schaduwkap, oogt zelfs trendy en de zithouding is dankzij de hoogteregeling van de stuurkolom (vanaf Seduction) en het daarop gemonteerde instrumentcluster zeker niet slecht. De voorzetels kunnen een lijviger vulling verdragen, maar voldoen zeker voor wie slechts sporadisch grote kilometerreeksen aan elkaar rijgt. Bovenal, de C1komt niet te claustrofobisch over. Zowel voor- als achteraan is het plaatsaanbod voor vier personen acceptabel. Misschien zelfs goed. Als vooraan niet elke beschikbare centimeter wordt ingepalmd past een volwasse tot pakweg 1,75m zonder problemen op de achterbank. De interieurlengte is met 1,62m overigens identiek aan die van de (bredere) C3.

Wat dan nog het verschil maakt? Wel, het koffertje. Of wat ervoor moet doorgaan. 130l laadruimte is krap. Te krap voor de wekelijkse boodschappen. Erger nog is de keuze voor de glazen kofferklep. Akkoord; de besparing op het persen van een metalen frame, het bekleden ervan en het monteren van een ruit is aanzienlijk, maar deze oplossing is gewoon niet goed. De glazen klep opent niet diep genoeg. De drempel is daardoor veel te hoog en de doorlaadopening belachelijk klein. Een doos ontbijtgranen past maar net. Om een bak water te laden zal je overigens de achterbank moeten neerklappen. Een verschuifbaar bankje was te duur en een klapsysteem dat een vlakke laadvloer opleverde blijkbaar ook. Het interieur zit gelukkig vol handige bergruimtes en bekerhouders. Daar betreuren we anderzijds wel weer dat een dicht handschoenkastje niet aanwezig is. Groot hoefde dat niet te zijn, alleen maar om de boorddocumenten aan het zicht te onttrekken.

Geef commentaar
comments by Disqus