Sinds 1921 staat de naam Alvis voor voorname Britse wagens, evenals voor militaire voertuigen en vliegtuigmotoren. Oprichter Thomas George John maakte in Coventry vrijwel alle onderdelen zelf, wat het merk de faam verleende vernuftige auto's van heel goede kwaliteit te produceren. In de beginjaren weliswaar in kleine hoeveelheden. Pas in 1956 nam de constructeur met de Alvis TD 21 afscheid van hun kenmerkende vooroorlogse design. Tot dan waren ze blijven vasthouden aan klassieke limousines (zoals de TA en TB-reeks) die er erg conservatief uitzagen. Het eerste tijdloos elegante ontwerp was van de hand van de Zwitserse carrosseriebouwer Hermann Graber. Helaas was die bloeiende tweede adem slechts van kort duur. In 1965 kon Alvis de concurrentie niet meer de baas en werd het door Rover opgeslokt, dat het merk jammer genoeg al snel liet inslapen.
1946 – 1950: TA14
Het eerste naoorlogse model dat het Britse merk in 1946 op de markt bracht was de Alvis 14. Die vierdeurs limousine met conservatief lijnenspel en de vrijstaande koplampen zag er nagenoeg hetzelfde uit als de Speed 25 uit 1937. Aangedreven werd hij door een viercilinder met een inhoud van 1892cc (door Alvis zelf ontwikkeld) die 66 à 71pk opwekte. De krachtigste exemplaren haalden een topsnelheid van 140km/ u - destijds een respectabel cijfer. De Alvis 14 werd niet enkel als sedan aangeboden maar ook als cabriolet en roadster.
1950-1955: TC21
Als opvolger van de TA14 bracht Alvis in 1953 de TC21 op de markt. Ook nu weer werd het conservatieve ontwerp met de gebogen lijnen overgenomen. Nieuw waren de verlengde wielbasis, de in de flanken geïntegreerde koplampen en een drie liter zescilinder motor met 101pk. Net zoals andere kleine constructeurs kon Alvis zich de luxe permitteren om van elke model een groot aantal carrosserievarianten uit te brengen. Eerst was er een sedan, een cabriolet en een roadster, later een coupé.
1955 – 1967: TC 108/G / TD21 / TE21
Pas midden de jaren 1950 gaven de Britten toe aan de heersende smaak. Zelfs vandaag de dag inspireert de Alvis TC108/G nog steeds met zijn tijdloze design. De carrosserie was ontworpen door een Zwitser, Hermann Graber. De sierlijke dakconstructie met smalle A- en C-stijl boven het compacte pontonkoetswerk wordt als een meesterwerk beschouwd. Ook het interieur wist te overtuigen met veel hout, leder en volop ruimte. De meeste exemplaren waren als cabriolet uitgevoerd, maar er werden ook tweedeurs coupés verkocht. Voor de voortstuwing was een zescilinder met maximaal 150pk verantwoordelijk. En die haalde zelfs 200km per uur.