Fiat 600 Multipla (1956 - 1969)

Bekijk 21 foto's
Door: HM 07-01-2018

Waar is de tijd dat Fiat nog mocht experimenteren en dat met volle overgave deed? De hele autowereld keek telkens met spanning uit met welke geniale verrassingen Fiat op de proppen zou komen. Fiat was toonaangevend. Technische genieën repten zich naar Turijn. Nu vluchtten ze daar weg. Anno 2018 is ‘t veel te stil in Turijn.

Fiat, groot in het bouwen van kleine auto's

In 1956 verraste Fiat de autowereld met de Multipla. Met zijn one-box-design was hij eigenlijk de eerste MPV ter wereld. Mits wat duwen en persen kreeg je er 6 mensen in. De Multipla was gebaseerd op de succesvolle Fiat 600. Pas een jaar later (1957) zou de guitige 500 komen.

Multipla = meervoudige doelen

Het creëren van ruimte was z’n missie. De Multipla werd 30 cm langer en 18 cm hoger dan de gewone 600. Hij oogde zeer gedrongen, en bleef een zeer compacte auto. De chauffeur en z’n passagier werden helemaal naar voren geschoven, pal boven de vooras. Allesbehalve veilig, maar veiligheid was in die tijd nog geen issue. De motor, versnellingsbak en benzinetank werden achteraan samengeperst. Het technisch genie van Fiat’s hoofdingenieur van die tijd, Dante Giacosa, sloeg erin om de ruimte vooraan en in ’t midden maximaal te benutten.

Qua luchtweerstand kon hij beter achteruitrijden. Gekker werd het niet.
Dankzij dit baanbrekend concept kon de compacte Multipla plaats bieden aan zes personen, verdeeld over drie banken. Niet slecht voor een auto van slechts 3,53 m lang en 1,45 m breed met amper 700 kg op de weegschaal.

Wat is voor-of achterkant?

Het praktische aspect primeerde. Dus veel ruimte, ja, maar de juiste proporties waren verdwenen en de aaibaarheidsfactor zakte dramatisch. Wat moet je als kind gedacht hebben toen papa je met deze, weliswaar praktische, vierwieler van school kwam halen? Een jeugdtrauma. De vier deuren zorgden voor een praktische instap. Vooraan kreeg hij zelfmoorddeuren, ‘verkeerd’ scharnierende portieren. Dus alle deuren scharnierden op de B-stijl.

Achteraan liep hij wat schuin af. Vooraan was hij opvallend recht. Zeg maar bot. Qua luchtweerstand kon hij beter achteruitrijden. Gekker werd het niet.

Hij leende zich voor diverse interieur-indelingen. Je kon opteren voor 6 personen en geen koffer, of 4 personen en wat kofferruimte, of 2 personen en veel koffer. De achterste twee rijen stoelen konden neergeklapt worden in de vloer, zodat een vlakke laadvloer of, met ook de voorbank neer, een bed ontstond. In de jaren ’50 en ’60 was hij in Italië erg populair als taxi. Gelukkig was er de optie van de ‘twee-kleuren-combinatie’, dat gaf hem toch nog enige charme.

Niet voor basketters

Maar best dat de mensen, en zeker de Italianen, in die periode niet te groot waren. Want veel hoofd-of beenruimte was er niet. Het reservewiel, nog erg nodig in die tijd, zat tegen de knieën van de voorste passagier.

De Multipla werd niet goed begrepen door het toenmalige publiek
Achteraan deed een dappere en luidruchtige viercilinder z’n werk. Aanvankelijk een luchtgekoelde 633cc kopklepmotor, afkomstig uit de 600. Deze leverde 24 pk. Vanaf 1960 werd de motor opgeboord tot 767 cc, waardoor het vermogen steeg tot 29 pk. De topsnelheid steeg van 88 tot 96 km/h. Om de wijzer op 80 km/u te krijgen, was je al zo’n 43 seconden het gaspedaal aan het martelen. Er mocht niet teveel zijwind staan, en hij was evenmin een toonbeeld van betrouwbaarheid. Zoals vele auto’s in die tijd, zeker de Zuid-Europese.

Deze Multipla was evenwel geen groot succes: 243.000 exemplaren. Hij werd niet goed begrepen door het toenmalige publiek. Net zoals z’n veel latere opvolger in 1999. Toen was de markt wel klaar voor een MPV maar niet voor het uiterlijk van de tweede Fiat Multipla.


Geef commentaar
comments by Disqus