Een kleine Audi? Dat blijkt toch niet te werken. Audi heeft recent aangekondigd te zullen stoppen met de A1 of Q2. In de jaren ’90 was er ook al een opzienbarende poging in dit segment. Ondanks mogelijks hoge verkoopcijfers blijven de premiummerken zoals Mercedes, BMW of Volvo liever weg uit dit segment. Ook Audi lijkt tot de conclusie te komen om de de kleine stadsrakkers aan stalgenoten VW, Skoda of Seat te laten. Nochtans was de compacte A2 van 1999 geen slecht idee.
Een goed doordacht concept
In 1997 werd een eerste concept getoond: de AL2 (aluminium 2). Moedig en verrassend van Audi, de productieversie van de A2 lag zeer dicht bij het prototype.
Je kon niet om z’n rare styling heen. Praktisch, dankzij z’n vijf deuren en wat MPV-trekjes, lang voordat de concurrentie in dit segment ook met MPV’s zou gaan concurreren. Een erg apart design, getekend door onze landgenoot, Luc Donckerwolke, die behalve deze kleine Audi ook meerdere Bentley’s of Lamborgini’s uit z’n creatieve pen toverde en intussen in Korea furore maakt.
Het was de periode dat Audi volop in de weer was met aluminium. Na de grote A8 kreeg dit buitenbeentje de eer om als tweede Audi een aluminium jasje te krijgen. Aluminium is duurder dan staal, maar lichter en roest niet. Bijgevolg had de A2 een erg laag gewicht (895kg) en dankzij z’n aerodynamische druppelvorm een goede luchtweerstand.
Bestand tegen hoge energieprijzen
Dus zeer zuinig. Op het moment dat de Audi A2 gelanceerd werd, had hij met 0.25cw de laagste weerstandscoëfficiënt in zijn segment.
De A2 kreeg verschillende motoren, met de nadruk op vooruitstrevend en zuinig. Twee benzinemotoren: een 1.4 (75pk) of 1.6 liter. De 1.6 FSI had de directe benzine inspuiting en 110pk. Maar nog baanbrekender waren de VW-driecilinder diesels met directe injectie van 1.2 en 1.4 liter.
“Je kon niet om z’n rare styling heen.”Audi moet blijkbaar geweten hebben dat de brandstofprijzen absurd hoog zouden worden. Met de revolutionaire direct ingespoten 1.2 TDI gooide Audi/VW hoge ogen. Audi won met deze versie een aantal zuinigheidswedstrijden. Ook wel met dank aan de speciale banden met lage rolweerstand en de ECO-knop, die het vermogen beperkte tot 30 pk en als één van de eerste een start/stop-functie had. De automatische Tiptronic-versnellingsbak zocht steeds het meest economische punt om op te schakelen.
Waar is die typische Audi-grille?
De aparte A2 had geen klassieke motorkap vooraan. Audi noemde dat een ‘Serviceklappe’. In plaats van het prominente Audi-radiatorrooster, was er bij de A2 een kleine zwarte klep. Bedoeld om niet de hele klep te moeten openen, maar voor het bijvullen van ruitensproeiervloeistof, controle of bijvullen van het oliepeil. De eigenlijke motorkap kon enkel door de Audi-garagist geopend worden. Niet openen maar verwijderen. Alweer een rare kronkel van de A2. Waarom eigenlijk? Dat was het verhaal van de A2. Een resolute keuze om z’n tijd ver vooruit te willen zijn. Maar misschien toch te vooruitstrevend. En vooral erg duur.
Z’n design was allesbehalve onbesproken. De A2 duikt, samen met generatiegenoot Fiat Multipla, nogal makkelijk op in lijstjes van meest lelijke auto’s.
Aanvankelijk rolde de A2 erg veel in een grijze kleur van de band. Een statement om z’n aluminium in de verf te zetten. Later werd de A2 ook onder het voetlicht gebracht in meer hippe en opvallende kleuren: fel rood, blauw of geel.
De A2 liep z’n doelgroep voorbij
Met de A2 mikte Audi op de Yuppie. De individualist en stadsbewoner die compact wou rijden, maar z’n neus ophaalde voor een gewone Polo of Corsa. Je kon in de A2 zelfs opteren voor leren zetels of diverse dure opties. Dat bleek evenwel een niche te zijn waar toch geen vraag naar was. Of lag het aan z’n vreemd design, of z’n erg hoge prijs?
Kleine auto’s bouwen, blijkt veelal moeilijker dan (klassieke) grote auto’s. Er zijn budgettaire beperkingen, maar het is niet makkelijk om de juiste snaar te raken. Een Fiat 500, Mini of de eerste Renault Twingo konden dat.
Audi had als doel vooropgesteld om jaarlijks zo’n 60.000 exemplaren te bouwen. Uiteindelijk werden er tussen 1999 en 2005 iets meer dan 175.000 exemplaren gebouwd. Een tegenvaller. Nadien volgde nog een poging met de veel bravere en burgerlijkere A1. Niet meer in aluminium.