Jaguar XF Diesel S eerste test

Jaguar XF Diesel S eerste test
Bekijk 22 foto's
Door: BV 27-03-2009

Voor modeljaar 2010 heeft Jaguar zo maar eventjes de helft van z'n aanbod onder handen genomen. Behalve deze eigenlijk nog piepjonge XF, hebben we vorige week al de XK voor u tegen het licht gehouden. De twee andere producten, de XJ die bij een nakende generatiewissel een metamorfose zal ondergaan en de X-Type die het schaamlapje is uit de tijd dat Ford z'n Mondeo nog een tweede maal wou verkopen, blijven onaangeroerd.

Dat de XF een goed jaar na z'n introductie al wordt aangepakt heeft wellicht heel wat met de ambitie van de Britten te maken. Nu Ford niet meer de waakhond speelt, maar het ambitieuze Indische Tata de plak zwaait, mikt Jaguar onomwonden op de referenties in het segment. Het is niet voor niets dat de fonkelnieuwe XFR uit z'n drukgevoede vijfliter V8 een vermogen van 510pk puurt - net zoveel als de BMW M5. Uitkijken dus met die Britse bling. De kat kan nog nog steeds klauwen. De achtpitters zijn dus, net als bij de XK, wat groter geworden. Daarnaast kregen ze directe injectie en een meer geavanceerde sturing van in- en uitlaatkanalen. Dat levert meer vermogen -385pk in de atmosferische versie- maar vooral meer koppel op. De kurve piekt op respectievelijk 515 en 625Nm. Net zo belangrijk is dat de trekkracht er vooral bij lage toeren op vooruit ging. Onder 2.500t/min kan de bestuurder bogen op een derde meer veerkracht. De drieliter zescilinder bleef gelijk.

Grote evolutie is er ook voor de dieselcentrale. Die was 2,7l groot en werd door PSA samen met Ford ontwikkeld. De V6 krijgt eveneens een groeischeut en ziet z'n slagvolume zwellen tot drie liter. Van de centrale komen in ons land drie versies op de markt. Jaguar voorziet in regel een variant met 240pk, de XF Diesel, en een versie met 275pk, de XF Diesel S. Om fiscale redenen doet de constructeur -voor het eerst- de inspanning om een fiscaal vriendelijke versie met 210pk in de markt te zetten. De staatssponsoring is erop met de helft gereduceerd, terwijl het koppel van 500Nm gelijk blijft. De krachtigste versie houdt zelfs 600Nm trekkracht achter de hand. De ‘S' in de typebenaming is dan ook niet gestolen; de kat springt als een bezetene uit de startblokken en tikt al na 6,4 tellen af op 100km/u. Dat is voldoende snel om bestuurders van een BMW 535d een slechte dag te bezorgen. En daar was het Jaguar stiekem toch om te doen. Beperkt je jezelf tot 240pk, dan hoef je je nog niet te schamen. Die haspelt de sprint af in 7,1 tel. Hij is wellicht wat minder elastisch dan de Diesel S, die tussensprintjes vreet dat het een lieve lust, maar je kan bogen op dezelfde nagenoeg foutloze (en verder fijngeslepen) zestrapsautomaat van ZF. En ook de 240pk-editie is nog 1,8 tel sneller dan de 2,7l-eenheid die hij vervangt. Z'n top bedraagt 240km/u, net 10 kilometer langzamer dan de S die door een begrenzer aan de teugels wordt gehouden.

Ook in het executive-segment is een lagere CO2-waarde mooi meegenomen. Niet omdat het verschil maakt in fiscaliteit. Daarvoor zijn beide drieliters te dorstig. Toch is een verbruik van 6,8l/100km (identiek voor beide versies) en een CO2-uitstoot van 179gr/km bescheiden te noemen in verhouding tot de wilskracht die je onder je rechtervoet vindt. Het helpt ook dat de aan de binnenzijde zelden geconfronteerd wordt met dieselgenagel. Dat past niet in dit segment.

Aan het uiterlijk van de XF wordt zo vroeg in z'n carrière niet gesleuteld. Wel geniet de XFR, met supercharged achtpitter, een specifieke aankleding. De motorkap krijgt meer gespierde lijnen, de luchthappers zijn groter en worden door chroom geaccentueerd. En natuurlijk prijken onder de achterbumper vier uitlaten. Resten ons enkel nog de prijzen; de XF diesel met 210 of 240pk is er vanaf € 52.350. De Diesel S staat in de catalogus vanaf € 62.300. De 3.0 V6 benzine maakt je € 49.300 armer, de atmosferische V8 parkeer je op je oprijlaan voor minstens € 70.300 en wie een geblazen achtpitter wil begroot minstens € 89.900.


Geef commentaar
comments by Disqus