De nieuwe Seat Leon staat nog steeds op het MQB-onderstel dat hij deelt met tientallen andere modellen. Het werd hier wat langer, maar onderging geen structurele aanpassingen. Het is in essentie identiek aan dat van de vorige Leon. Het was voldoende flexibel om ook de mild-hybrid ondersteuning in te werken die we in deze Leon 1.5 eTSI terugvinden. Dat is technisch gezien een relatief kleine aanpassing. Ze bestaat uit een starter/alternator en een kleine lithium-ion-accu. Alle componenten samen voegen slechts 50kg toe aan het gewicht (1.361kg tegen 1.311kg).
Snel en zuinig
De mild-hybrid-module werkt zelfstandig, kan niet in- of uitgeschakeld worden en is onvoelbaar. Met z’n beperkte vermogen kan hij niet louter elektrisch rijden, maar er wordt wel ondersteuning bij acceleraties geleverd, de motor kan vaker worden uitgeschakeld en zal sneller herstarten en vertragingsenergie wordt gerecupereerd en kan ook gebruikt worden om andere grootverbruikers, zoals de airco en de gestuurde ophanging, te bedienen. De thermische eenheid zelf weet zichzelf ook nog eens spaarzaam op te stellen, want die kan twee van z’n vier cilinder uitschakelen bij deellast. Sneller werd hij niet. Z’n sprinttijd van 8,4 seconden is identiek aan die van de 1.5 TSI zonder ondersteuning.
Hoe rijdt de nieuwe Seat Leon?
De ophanging van deze generatie werd minder stug dan bij z’n voorganger. Hij is verfijnder en comfortabeler en etaleert correcte dynamische eigenschappen, vooral in bochten. De voorkant gaat - dankzij elektronica - niet al te snel ondersturen en de achtertrein volgt gedwee. Helaas is de tractie net als bij vorige generaties niet optimaal, waardoor de voorwielen vrij makkelijk willen doorslippen. Zeker wanneer de ondergrond een beetje stoffig, vettig of nat is. De zeventraps-DSG-automaat is nog steeds erg discreet, maar we vonden ‘m soms een beetje traag. Met name bij het terugschakelen.
Tijdens de test verbruikte deze Leon gemiddeld 6,9l/100km, met het meerendeel van de kilometers die werden afgelegd in een stedelijk omgeving.
