Citroën maakt de 2.2l HDi dieselmotor van de laatste generatie eigenlijk 173pk sterk, maar in ons land laat de motorsturing onder fiscale druk 10 paarden gaan. Het vermogensverschil met de 208pk sterke zescilinder diesel is dus aanzienlijk, terwijl je ook de zijdezacht schakelende automaat moet missen en zelf één van de zes versnellingen moet kiezen. De motor is evenwel zeer gewillig, pikt overtuigend op vanaf 1.500t/min -het toerental van het maximumkoppel- en is dankzij een koppelkromme die 370Nm haalt, steeds alert. Een eigenaardigheidje; de C6 2.2 HDi met handgeschakelde zesbak, zet met 1895kg meer gewicht op de weegschaal dan de 2.7 V6 met automaat (die is 24kg lichter). De topsnelheid van 217km/u bereiken vergt wat geduld, maar het gaat uitgesproken vlot tot 180km/u. Een snelheid die de C6 met de vingers in de neus aanhoudt, terwijl de kroost op de achterbank slaapt als een roos. De sprint neemt 7 tienden meer in beslag dan bij de 2.7 HDi en wordt in 9,6 tellen afgehaspeld. De dorst is eerder matig... tijdens een snelle monsterrit hadden we maximaal 10l/100km nodig. Als je bovenop het opgegeven verbruiksgemiddelde van 6,6l een half litertje rekent, kan je je probleemloos vlot door het verkeer bewegen.

Dat de 2.2l de snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging ontbeert, is een minpunt. Bij autostradesnelheden wordt de besturing daardoor wat onnauwkeuriger en moet je vaker correcties doorvoeren. Die bewegingen worden geaccentueerd door de uitgesproken soepele ophanging van de C6. Die kijkt niet op een centimetertje veerweg. De geavanceerde Hydractieve ophanging mist de gestuurde flexibiliteit en demping van de zescilinders zonder dat we dat een gemis vinden. Een graduele hardheid is immers eigen aan het systeem en dé sleutel voor onnavolgbaar comfort. Overigens is ook deze ophanging gezegend met een sportstand, al is die nog steeds comfortabeler dan de meeste andere wagens, en een instelbare hoogte om bijvoorbeeld bij lage snelheden over een slechte weg te rijden zonder het koetswerk te beschadigen. Wie het comfort van wijlen de CX of -nog extremer- de DS wil, zal teleurgesteld zijn. Citroën veegt nog wel de vloer aan met de concurrenten, maar moderne eisen maken de marge kleiner. Omdat de klant van vandaag geen zwalpende bewegingen apprecieert, maken dikke antirolstangen deel uit van de ophanging. Dat houdt de wagen vlakker, maar beperkt ook het comfort.