Subaru Forester 2.5XT Rijgedrag

Subaru Forester 2.5XT
Bekijk 6 foto's
Door: REDACTIE 15-10-2007
Als Subaru ergens het verschil maakt, dan is het wel op vlak van rijeigenschappen. De constructeur maakt immers gebruik van een boxermotor, gekoppeld aan een volledig symmetrisch opgebouwde permanente vierwielaandrijving. Die verdeelt het vermogen onder normale omstandigheden 50/50 over de voor- en achteras. In moeilijke situaties verschuift die verhouding en krijgt de as die het minste doorslipt het gros van het vermogen. De voordelen zijn legio; de boxermotor is compacter en stiller dan z’n concurrenten en heeft een gunstiger zwaartepunt. De vierwielaandrijving zorgt steeds voor een optimale tractie en elimineert in normale situaties onder- en overstuurneigingen. Eigenschappen die een autoliefhebber, ook in een van nature minder dynamisch concept als een SUV, moeten bekoren. Een Subaru heeft door deze unieke combinatie een heel eigen karakter… Al na de eerste meters merk je dat alles aan de Forester feedback geeft. De handgeschakelde vijfbak schakelt een tikkeltje aan de droge kant, terwijl de motor en de vierwielaandrijving via het stuur en de pedalen sturen laten voelen waar ze mee bezig zijn. Daardoor ben je meer dan bij een ander voertuig in deze klasse ‘betrokken’. Dat wil evenwel niet zeggen dat de 2.5XT oncomfortabel is. Door het lage zwaartepunt blijven de rolneigingen immers binnen de perken zonder dat daar een uitgesproken stugge afstelling van het onderstel voor nodig was. Integendeel; de Forester toont zich nagenoeg steeds comfortabel en heeft onder de aansporing van het volle vermogen van de turbomotor soms zelfs de neiging om te gaan deinen.

De 2,5l viercilinder levert 210pk bij 5.600t/min en 226Nm koppel bij 3.600t/min. Aardige cijfers, zonder dat je er meteen van gaat duizelen. De prestaties zijn dat echter wel. Dankzij een beperkt leeggewicht van 1.445kg, de fenomenale tractie en de zorgvuldig gekozen versnellingsbakverhoudingen haalt deze SUV immers 100km/u in nauwelijks 6,3sec. Daarmee is de 2.5XT zowat de ultieme “underdog”, waarmee je menig sportwagenbestuurder aan het stoplicht de stuipen op het lijf jaagt. De topsnelheid bedraagt 226km/u. Enig minpuntje van de boxermotor, en zeker de geblazen versies, is het brandstofverbruik. De verschillen zijn niet meer zo frappant als vroeger, maar de 2.5 heeft voor de gemengde cyclus toch 11l nodig. Geef je hem de sporen, dan loopt dat gauw op tot het dubbele.

Als het om de terreineigenschappen van de Forester gaat, stelt de nicheconstructeur zich bescheiden op. Onnodig, want hoewel de bodemvrijheid, de banden en de ophanging voor het zware werk ongeschikt zijn, hebben we de Forester probleemloos door een veeleisend modderparcours kunnen leiden. Helemaal enthousiast worden we als we op het asfalt de limieten gaan opzoeken. Door de vergevingsgezinde ophanging (McPherson veerpoten vooraan en een onafhankelijk systeem met dubbele draagarmen en schroefveren achteraan) is de limiet geen lijn, maar een grote grijze zone waarin spelen toegelaten is. Dat Subaru dergelijk gebruik niet echt voor ogen had, maar het met een sleepgewicht van 2ton en een standaard niveauregeling op de achteras een meer utilitaire roeping voor ogen had, merk je eigenlijk alleen aan het remsysteem. Dat voldoet ruimschoots voor normaal gebruik en is voldoende ruim bemeten voor de occasionele ‘snelheidsopstoot’. Bij een echte sportieve rijstijl slaat de vermoeidheid echter al snel toe bij de geventileerde schijven vooraan en schijven achteraan. Een klein minpunt op een anders smetteloos rapport.

Geef commentaar
comments by Disqus