In de klasse van de ruime gezinsberlines zijn dieselvermogens van 150pk of meer al lang geen uitzondering meer. Maar die trend is de Citroën C5 altijd voorbijgegaan. Tot nu; de constructeur voegt immers een nieuwe 2.2l dieselkrachtbron aan het gamma toe. Die is in principe 173pk sterk, maar omdat de cilinderinhoud al voor enige fiscale bestraffing zorgt, komt er voor België een versie die bij 163pk de strot wordt afgeknepen. Zonder veel erg overigens, want de prestaties en het koppel van 370Nm worden er nauwelijks of niet door beïnvloed.

De nieuwe 2.2l is geboren uit het huwelijk dat PSA (Peugeot en Citroën) en Ford sloten op grond van hun gezamenlijke honger naar nieuwe dieselkrachtbronnen. De viercilinder erft de turbotechnologie van de erg gesmaakte 2.7l V6. In plaats van één enkele grote turbo, wordt hier immers gebruikt gemaakt van een dubbele parallelle sequëntiële turbo. In feite zijn het twee kleine turbo’s, waardoor de responstijd verwaarloosbaar wordt. Het blok krijgt ook een Bosch directe injectie met een inspuitdruk van 1800 bar (en piëzo-injectoren), nieuwe cilinderkoppen en twee balansassen. De compressieratio van 16,6:1 is relatief laag voor een moderne diesel. Door maximaal zes inspuitingen per cyclus te doen, kan het rendement geoptimaliseerd worden, draait het blok stiller en is de uitstoot schoner.

Hoewel de C5 geholpen door een zesbak die soepel met de hand door het schakelrooster geleid wordt meer dan aardig presteert Ő 100km/u in 8,5 tellen, 1.000m vanuit stilstand op een halve minuut en een top van 222km/u Ő blinkt de motor vooral uit in souplesse. De technologie vraagt geen hoge omwentelingssnelheden en de C5 is nu eenmaal geen sportieve berline. Daarom dat je de motor, die zonder morren boven 4.000t/min klimt, vooral aanspreekt op het koppel dat al vanaf 1.500t/min ter beschikking is. Zelfs in vierde versnelling pikt de diesel dat zonder verpinken. Een eigenschap die overigens ook flukse tussensprintjes oplevert, al heeft de typische C5-rijder wellicht net zo veel boodschap aan de werkingsstilte en verbruiksgemiddelde van slechts 6,2l. Dient gezegd dat onze test-C5, die we niet bepaald over het kennismakingsparcours gejakkerd hebben, twee liter meer lustte.

In één adem introduceert Citroën nog een hebbeding in het aanbod van de C4. De constructeur koppelt de 110pk sterke 1.6l HDi voortaan immers ook aan een sequëntieel bediende zesbak. Geen volautomaat, maar een gerobotiseerde gangwissel (BMP6). Een bak die geen enkele invloed heeft op de prestaties (0-100km/u in 11,2 seconden, een top van 192km/u), maar wel twee deciliter minder brandstof vraagt (5,8l per 100km). Het merk wil met de sequentiële gangwissel een goedkoper alternatief voor de automaat aanbieden. Een conventionele automatische versnelllingsbak weegt gauw met € 2.000 op de aankoopprijs. Dit alternatief zal aangeboden worden voor € 750, en daarmee heb je ook meteen een extra verhouding. De handgeschakelde C4 1.6HDi moet immers met vijf versnellingen genoegen nemen.

Omdat het een gerobotiseerde bak is, en geen automaat met koppelomvormer, blijven de schakelovergangen duidelijk merkbaar. Een meer gesofisticeerde software zorgt wel voor kortere overgangen en minder acties op storende momenten (halverwege een rond punt bijvoorbeeld), toch blijft het gevoel zeer kunstmatig. Maar Citroën biedt ook de kans om zelf een gangwissel te kiezen. Dat kan door tegen het pookje te tikken (voorwaarts om op te schakelen, naar achteren om terug te schakelen) of met lepels achter het stuurwiel. Je tikt die ook eens per ongeluk aan, maar op de keper beschouwd doen die dingen hun werk uitstekend. Je krijgt immers zo goed als volledig controle. Vaak houdt een bemoeizieke software de boel zo hard in de gaten dat er continue met de koppeling gespeeld wordt, dat het systeem plots zelf een versnelling hoger of lager gaat of juist weigert van dat te doen. De C4 heeft op dat vlak bijzonder weinig kuren en is daarom één van de leukere systemen in z’n soort. De schakelovergangen zijn onmiddellijk en behoorlijk snel. Of we het verkiezen boven een handgeschakelde bak? We zijn er nog niet uit.