Alfa Romeo Brera 2.4JTD

Alfa Romeo Brera 2.4JTD
Bekijk 20 foto's
Door: REDACTIE 09-11-2007
De dieselversie van Alfa’s Brera is in het land. De Italiaanse schone is het vleesgeworden prototype dat Giugiaro in 2002 voorstelde op het Salon van Genève. Eigenzinnig, elegant en niettemin doorbloed met zuiders temperament. Maar het koetswerk dat zich met die termen laat omschrijven is ookij verdraaid groot. Aan de binnenzijde laat de Brera zich kennen als een compacte coupé. Een 2 + 2 waarbij het laatste cijfer al bij het haar gegrepen is, want zelf kinderen zullen het op de achterbank niet lang uithouden. En toch werd de koets 4,41m lang, omdat ze om het onderstel van de 159 geplooid moest worden. De lijn vreet dus behoorlijk wat centimeters, al maakt een kofferinhoud van 300l - en vooral de 310l extra volume bij het neerklappen van de achterbank Ő een weinig goed.

De Brera komt er met een 2.2l viercilinder, een 2.4l vijfcilinder en een 3.2l zescilinder die ook meteen recht heeft op vierwielaandrijving en zich met een goddelijk bulderend motorgeluid onderscheidt. De vermogens zijn 185, 200 en 260pk. Maar de middelste is een diesel, die alleen al daarom de verkoopstabellen in ons land zal aanvoeren. Het is een modern blok uit de Fiat-stal (in feite een 1.9 met een extra cilinder, wat ook meteen het slagvolume van 2387cc oplevert), compleet met multijet-common-rail injectie van de laatste generatie, een turbo met variabele geometrie en tussenkoeler en vier kleppen per cilinder. Behalve het eerder genoemde vermogen, dat bij 4.000t/min. wordt afgestaan, levert de krachtcentrale ook nog eens 400Nm trekkracht bij de helft van die omwentelingssnelheid. Dat geheel wordt gepaard aan een zesbak die zoals het hoort met de hand door het schakelrooster geleid wordt. Bij het starten, wat Alfa in een nooit aflatende vlaag van tijdsbesef laat geschieden met een startknop, valt op dat de vijfcilinder een voor een diesel aangenaam maar niet meteen atypische klank produceert. Alfa weet ook de trillingen van het buitenechtelijk stampend cilindertje goed te maskeren. De oliestoker klimt tijdens het rijden gezwind en gretig in de toeren, tot de toerentalbegrenzer met even veel werkijver abrupt tussenbeide komt. Over de tractie valt geen slecht woord te zeggen, maar het koppel van de dwars gemonteerde oliestoker laat zich wel in het stuurwiel voelen. Laat nu net dat beetje nukkigheid bijdragen tot een Alfa-gevoel.

Zodra de koets zich in beweging zet, komt Brera’s grootste gebrek boven. Net als halfbroer 159 zit het model stevig in de kilo’s. Een leeggewicht van 1.6 ton hypothekeert het prestatiepotentieel. De diesel mag dan enthousiast aan de koets sleuren tijdens tussenacceleraties, de prestaties vallen tegen. Een sprint in 8,1 tellen en een minder relevante top van 228km/u zijn geen topwaarden. Alfa koos bovendien voor een soepele ophangingsafstelling en dat accentueert tijdens een sportieve rijstijl de corpulentie van de koets. Reken daarbij dat de remmen zich tijdens de korte kennismaking niet meteen door hun bijtkracht lieten opmerken en je krijgt een coupé die zich eerder leent tot comfortabel ‘cruisen’ dan tot atletische prestaties. Daar is op zich niets mis mee, maar het uiterlijk schept andere verwachtingen.

Het gamma van de Brera is de eenvoud zelve. Elke motorversie bestaat in exact twee varianten. Een variant die zich enkel met de type-aanduiding laat beschrijven en een nog rijkelijk in de uitrusting gestoken variant die omwille van z’n grotendeels in glas uitgevoerd dak ‘Sky Window’ achter de Brera geplakt krijgt. De benzine (2.2) is er vanaf € 31.900 terwijl deze diesel voor een redelijke € 35.400 van eigenaar wisselt. De 3.2 moet Alfa minstens € 40.500 opleveren maar torst voor dat geld ook vierwielaandrijving.


Geef commentaar
comments by Disqus