Skoda Octavia gamma

Skoda Octavia gamma
Bekijk 16 foto's
Door: REDACTIE 09-11-2007
De Skoda Octavia staat in de vorm van z’n nieuwste generatie sinds deze zomer in de catalogus, maar rond deze tijd wordt het aanbod aanzienlijk verruimd. De benzinerijders kunnen zich voortaan ook door de 1.6l of 2.0l FSI direct ingespoten motoren laten verleiden, de simpelweg briljante DSG-automaat doet z’n intrede op de 1.9 TDI, en dan is er natuurlijk ook nog de break-uitvoering die op het Brusselse Autosalon z’n marktdebuut zal beleven.

De Combi, zoals de break bij Skoda heet, neemt tot aan de B-stijl het klassieke design van de berline over. De kofferklep verleent desgevallend toegang tot een bagageruimte van 580l. In de hoogte laden wordt wat gehinderd door de sterk hellende D-stijl van het model, maar daardoor ziet de Combi er dynamischer uit. De achterbank is opgedeeld in twee neerklapbare delen (60/40-verhouding) en omdat zowel de rugleuning als het zitkussen gekanteld kunnen worden, loopt de maximale laadruimte op tot 1.620l. De koffer zelf is regelmatig van vorm en voor extra gebruiksgemak voorzien van een rolgordijn dat met een eenvoudige handeling, door het aantikken met de elleboog bijvoorbeeld, weggerold kan worden. Het aanbod bestaat uit, uiteraard afhankelijk van de gekozen motorversie, uit de uitrustingsniveau’s Classic, Ambiente en Elegance. Bij de benzinemotoren is er keuze uit een 102pk sterke 1.6 MPI, een 1.6 FSI met 115pk en een 150pk sterke 2.0 FSI. Dieselen kan met een 1.9 TDI van 105pk en een 136pk sterke 2.0 TDI. De Combi moet Skoda € 1.050 meer opbrengen dan de berline. De basisprijs bedraagt daardoor, eventuele kortingen niet meegerekend, € 16.140. Een diesel is er vanaf € 17.840.

Tijdens onze test reden we, zowel in berline- als Combi-uitvoering, met de 1.6 MPI, beide FSI motoren en de 2.0TDI met DSG-automaat. De Octavia overtuigt in elke uitvoering vooral met de degelijke prijs/kwaliteitsverhouding, de afwerking en de gebruikte materialen. Onze kritiek op de wat wispelturige voortrein en de matige afstelling van de ophanging geldt echter nog steeds. Bij grote oneffenheden heeft de ophanging immers de neiging om te gaan stampen, terwijl de demping er toch niet in slaagt kleine oneffenheden voldoende af te vlakken of een uitgesproken strak weggedrag te leveren. Met name bij de krachtigere motorversies, blijft tractie een heikel puntje.

De 2.0TDI is met een topsnelheid van 207km/u (manuele zesbak) en een acceleratie naar 100km/u slechts een zucht trager dan de 150pk sterke 2.0 FSI die in de handgeschakelde variant een top van 212 laat optekenen en in 9,4sec naar 100 spurt. Met de 2.0TDI met DSG-bak gaan de acceleraties er dankzij de supersnelle en onvoelbare schakelovergangen er niet eens met een tiende op achteruit terwijl de topsnelheid één kilometertje hoger afgeklokt werd. Door het opmerkelijk soepele karakter van de FSI benzinemotoren voelt de diesel sportiever aan. Toch blijft het verbruik, met een gemiddelde van 5,4l tegen 7,4l voor de 2.0 FSI het voornaamste verkoopsargument van de oliestoker. De voortrein heeft het -zoals eerder al vermeld- niet steeds even makkelijk met het ruim bemeten koppel van de TDI (320Nm tussen 1.750 en 2.500t/min). Een sportieve rijstijl resulteert dan in een ESP-verklikkerlichtje dat zo vaak oplicht dat het van sympathieën voor feestelijk versierde naalddragende vegetatie verdacht kan worden.

De 1.6 FSI benzine koppelt aangename prestaties aan een uitzonderlijk soepele loopcultuur. De top bedraagt immers net geen 200km/u en 100km/u staat na 11,4sec op de teller. Dat alles kan met een gebruiksgemiddelde van 6,6l/100km. De 1.6 MPI met 102 paardjes kost minder in aanschaf, maar presteert minder goed (topsnelheid van 188km/u en 12,4sec voor de spurt naar 100km/u). De motor met twee kleppen per cilinder heeft bovendien een grotere dorst. Het verbruiksgemiddelde bedraagt immers 7,2l/100km. De loopcultuur is voelbaar minder beschaafd, maar dàt stoort nauwelijks.


Geef commentaar
comments by Disqus