nieuwe Skoda Roomster

nieuwe Skoda Roomster
Bekijk 62 foto's
Door: REDACTIE 09-11-2007
De Roomster zag als studiemodel het levenslicht in 2003, toen het eigenzinnige wagentje op het Autosalon van Frankfurt aan het publiek werd getoond. Voor het eerst kleurde Skoda buiten de lijntjes van eerder al door het VAG-concern gecommercialiseerde producten. Na positieve reacties van het publiek werd het productiemodel in amper 29 maanden ontwikkeld, getest en productierijp gemaakt. En hoewel het 4,20m lange, 1,60m hoge en 1,68m brede model wat pluimen verloor ten opzichte van het productiemodel, zijn we blij te constateren dat Skoda niet te veel water bij de wijn deed. Skoda denkt met de Roomster klanten af te snoepen van de Opel Meriva, Renault Modus en zelfs een grotere Ford C-Max, al is dat laatste wellicht te ambitieus. Anderzijds zien we Skoda’s vierde productlijn ook cliënteel voor een passagiersuitvoering van de Renault Kangoo of Citroën Berlingo verleiden. Skoda mikt alvast op een marktaandeel van 15%. In ons land heeft de importeur het over 1.500 exemplaren per jaar, maar omdat Skoda zich met dit product op onbekend terrein waagt, is het koffiedik kijken. Het is alvast een grote opsteker dat Ővoor het eerst sinds z’n bestaan- de voornaamste concurrent voor deze Tsjech niet binnen de VAG-stal te vinden is. Dat lijkt te wijzen op een meer uitgekiende, volwassen strategie.

Visueel is de Roomster opgebouwd uit twee modules. Kamers zeg maar, en daar dankt hij ook z’n naam aan. De twee voorzetels vinden we in een visueel onderscheidende cockpit, waarvan het design enkele elementen uit de vliegtuigbouw leent. De donkere A-stijlen en de curve in de B-stijl wekken de indruk dat het model over een panoramische voorruit beschikt. Een truuk die ook Saab toepast. Het passagierscompartiment plakt ertegenaan en moet vooral een ruimtelijk gevoel opwekken. Op de flank zorgt dat voor een breuk in de oplopende gordellijn. Binnenin geven de grote ramen de kroost een goede blik op de wereld rondom. De schuifdeuren van het eerste prototype Ődat werd gevolgd door de avontuurlijke Yeti die in het voorjaar van 2009 in productie gaat en een Cabrio waarvan de toekomst onzeker is- sneuvelden om de kostprijs onder controle te houden. Skoda verstopt de deurklink voor het grote en ruim (bijna 90°) openzwaaiende portier in de C-stijl.

De hand van Volkswagen is merkbaar in het interieur; de kunststoffen zijn degelijk en voor de assemblagekwaliteit valt een lans te breken. Zelfs onze testwagens uit de voorproductie blijven op slecht wegdek vrij van bijgeluiden. De bedieningselementen komen uit het grote VAG-arsenaal en ogen even vertrouwd als natuurlijk. In de boordplank heeft Skoda zich enkel tot het monteren van afwijkende wijzers en wijzerplaten laten verleiden. Dat het binnenruim desondanks nog fris en origineel oogt, is vooral te danken aan de vormgeving van de deurpanelen en een gedeelte van het dashboard. Er wordt gespeeld met texturen, kleurvlakken en zilverkleurige sierelementen. Het standaard zwarte interieur oogt het strengst. Skoda’s sportieve aankleding met lichte stoffen op de donkere deurpanelen, doet het design het best uitkomen. De topversies krijgen een luxueus ogende beige aankleding, waarbij ook het onderste deel van het dashboard in die tint wordt uitgevoerd.

Hoewel de ergonomie in wezen onbesproken is, merken we op dat bij de instap de binnenkant van het dijbeen tegen de hendel van de hoogteverstelling tikt. Omdat het behoorlijk irritant wordt als je elke dag je zetel opnieuw moet instellen, gaan we ervan uit dat Skoda dat euvel binnen de kortste keren verhelpt. Achteraan is het plaatsaanbod ronduit riant. Het interieur is er nog 2cm breder dan vooraan, maar je beschikt ook over drie behoorlijk moduleerbare achterzitjes. Ze zijn individueel over een afstand van 15cm verschuifbaar. Daardoor varieert het koffervolume van 530 tot 450l. Zelfs in de meest vooruitgeschoven positie blijft het plaatsaanbod achteraan acceptabel, vooral omdat je met de voeten onder de voorzetels kan. Daarnaast is de hellingsgraad van de rugleuning instelbaar, fungeert de middelste zitplaats ook als armsteun en is het hele boeltje opklapbaar. Je kan het meubilair zelfs thuis laten, maar het gewicht van de individuele zetels ontneemt de zin om vaak aan herinrichting te doen. In de vloer klappende zetels zijn dan toch praktischer. De koffer slikt maximaal 1780l en dat is in deze klasse gigantisch. De kofferklep is diep uitgesneden, wat voor een lage laaddrempel zorgt. En toeval of niet, maar tussen beide wielkasten is net plaats voor een europallet.

Het onderstel van de Roomster bestaat grotendeels uit elementen die elders worden geleend. Zo is de voortrein afkomstig van de Fabia, is het hulponderstel achteraan dat van de VW Golf V en wordt gebruik gemaakt van de achteras van Skoda’s eigen Octavia. Het verschil in spoorbreedte tussen voor- (1436mm) en achteras (1500mm) is daar het gevolg van. De opstelling oogt niet alleen sportief, de Roomster voelt er zich ook in de bochten door in z’n sas. De wat steviger afstelling, verlost van inefficiënte deiningen maar toch nog voldoende comfortabel, smaakt goed als het wat harder mag. En hoewel het weggedrag duidelijk voorspelbaar is vervalt de Roomster een stuk minder snel in onderstuur. Dat rijdt een stuk prettiger. Onder de kap zitten drie benzinemotoren en even veel diesels. Het gaat in het eerste geval om een 1.2l driecilinder (64pk en 112Nm sterke), een 1.4l viercilinder (86pk, 126Nm) en een 1.6l vierpitter (105pk, 155Nm). Dieselen kan met een 1.4l driecilinder TDI die 70 dan wel 80pk sterk is en met een corresponderende trekkracht van respectievelijk 155 en 195Nm. Een 105pk en 240Nm sterke 1.9TDI maakt de opsomming compleet. De driecilinder benzine hebben we nog niet kunnen proeven, maar de 1.4 en 1.6 kwijten zich aardig van hun taak. Die laatste is vanzelfsprekend een stukje vlugger, maar het is vooral in de aanloop naar de maximaal toegelaten snelheid dat het verschil gemaakt wordt. De 1.4 schreeuwt om vierde versnelling om vooruit te komen, terwijl de 1.6 ook in vijfde nog wat overschot heeft. De aardige topsnelheden van 171 en 184km/u halen ze beide in vierde.

De driecilinder diesels houden het al bij 158 en 165km/u voor bekeken, maar profiteren van hun relatief hogere koppel. Door hun architectuur leveren ze meer trillingen en decibels wanneer ze de zweep gegeven wordt, maar bij constante snelheden houden ze zich op de achtergrond. Ze zijn wat kortademig Őeen typische trek van het blok- maar storen doet dat zelden. Ze zijn in de sprint beiden langzamer dan de 1.4l benzine, maar weten dat goed te maskeren. Bovendien lusten ze in de gemengde cyclus amper 5,5l diesel. Zelfs de zuinigste benzine vraag gauw een liter meer. In ons land zal het gamma net als bij de andere Skoda-modellen bestaan uit de versies Classic, Ambiente en Elegance. In september volgt de Belgische introductie. De goedkoopste benzine zal dan vanaf € 11.990 over de toonbank gaan. Een diesel is er dan vanaf € 14.500.


Geef commentaar
comments by Disqus