Hyundai Tucson

Hyundai Tucson
Bekijk 23 foto's
Door: REDACTIE 09-11-2007
Na de succesvolle Santa-Fé lanceert Hyundai nu ook een kleine broer voor de SUV. Die werd voorgesteld op het Autosalon van Genève, luistert naar de naam ‘Tucson’ en staat rond deze tijd bij de dealer. De Koreaanse constructeur wil het model vooral slijten aan de actieve vrijetijdsbesteder en gezinnen met kinderen. De vormgeving, functionaliteit en het prijskaartje moeten het model acceptabel maken als ruime eerste wagen of als avontuurlijk tweede voertuig binnen een gezin. Het merk neemt met de laatste telg vooral de Toyota RAV4, Honda CR-V, Suzuki Grand Vitara en Mitsubishi Outlander in het vizier, maar zal gezien het prijskaartje en de nagenoeg gelijke motorversies ook in het vel van de Santa-Fé snijden. De importeur rekent op een intern kannibalisme dat deze laatste tot 50% van de aantallen kan kosten. Voor de Tucson wordt nog dit jaar gemikt op een verkoop van 500 stuks. De verwachtingen zijn alvast optimistisch want de verkoop van het merk zit in ons land in de lift (in 2003 werden er 8.802 Hyundai’s verkocht terwijl dit jaar de kaap van 12.000 stuks haalbaar lijkt). Bovendien kan de SUV-markt nog rekenen op een gestage vooruitgang.

Dankzij een betrekkelijk sober, strak en geblokt uiterlijk oogt de 4,32m lange, 1,83m brede en 1,68m hoge (zonder dakrails) Tucson alvast een stuk Europeser dan de weldadig gelijnde Santa-Fé. De basisuitvoering GL krijgt een geheel in koetswerkkleur uitgevoerd koetswerk. Daarnaast heeft de uitvoering recht op centrale deurvergrendeling (met afstandsbediening), elektrisch bediende buitenspiegels en 16-duims lichtmetaal. De uitvoeringen GLS en GLS’S’ krijgen een exterieur dat steeds voorzien is van dakrails en bredere bumpers en zijprofielen die in een contrasterende kleur gespoten zijn. Aan de binnenzijde noteren we een met leder bekleed stuur en versnellingspook voor de GLS. De GLS’S’ doet daar nog een lederen interieur, snelheidsregelaar en automatische airco bovenop. ABS en twee frontale airbags zijn standaard vanaf de GL, daar waar de twee hogere uitrustingsniveau’s recht hebben op zes plofkussens.

Het motorenpallet bestaat uit drie krachtbronnen, waarvan één V6 benzine (de enige in z’n segment) en één diesel. Een 1.975cc vier-in-lijn opent de reeks. Deze krachtbron laat een maximumvermogen van 140pk bij 6.000t/min. optekenen en ontwikkelt 184Nm koppel bij 4.500t/min. De zescilinder heeft een inhoud van 2.656cc en tekent voor 175 soepele paardenkrachten en heeft een koppelkromme die piekt bij 241Nm bij 4.000t/min. De diesel is de gekende 112pk 1.991cc common-rail unit die 245Nm levert. Alleen de V6 wordt ten allen tijde gecombineerd met vierwielaandrijving en een automaat (die beter vijf in plaats van vier verhoudingen had gehad) . Voor de andere motoren heb je de keuze. De V6 wordt enkel als automaat geleverd terwijl de viercilinder benzine steeds handgeschakeld is en je voor de diesel de keuze hebt. Wat prestaties betreft liggen vooral beide benzinemotoren dicht bij elkaar. Met de 2.0 2WD heb je na 10,3sec 100km/u op de teller staan. Met de V6 is dat 10,1sec, maar met 4WD weliswaar. Toch is de vierwielaangedreven in vergelijking met de voorwieltrekker slechts een kleine seconde trager. De diesel laat de beste cijfers optekenen als hij het maar met twee wielen moet doen en handgeschakeld is; 100 gaat in 13,1sec. De topsnelheid van de 2.0 en V6 is 180km/u. Bij de diesel blijft de naald hangen op 168km/u.

Bij onze eerste testritten kregen we eerst de V6 en daarna de diesel voorgeschoteld. Met een nagenoeg perfecte rijhouding in het modern vormgegeven, goed ogend interieur, dat daarom nog steeds niet uit kunststoffen van de allerhoogste kwaliteit bestaat, geven we de V6 dan maar de sporen. Meteen voel je dat dit geen echte terreinwagen is, want de ophanging is te zeer op comfort gericht. Daardoor zijn we in onze nopjes met de manier waarop de Tucson de oneffenheden afvlakt, maar het geheel mag dan wel progressief onderstuurd zijn, we hadden graag wat strakker door de bocht gekund. Ook het stuurgevoel was aan de wazige kant, zonder dat het echt storend werd. De automaat schakelt soepel en is ook sequentieel te bedienen, maar we missen toch een vijfde versnelling. Wellicht komt de auto met een kortere spreiding beter uit de startblokken. De tussenacceleraties zijn gezwind, al moet je de teller in de gaten houden om dat te merken want de rij-invloeden worden weggefilterd en rol-, motor- en windgeluiden zijn beperkt.

De diesel, die minder krachtig is maar net iets meer koppel heeft, reden we handgeschakeld in een combinatie die ons vooral beter beviel door het strakkere weggedrag en stuurgevoel. Wellicht heeft dat ten dele te maken met de Skyhook-banden van de V6. De diesel was geschoeid met merkbaar betere Bridgestones die de constructeur op alle versies zal voeren. In 1, 2 en 3 is de diesel soepel en alert, in 4 en 5 duurt het allemaal wat langer. De 4x4-stand maakt de Tucson beschikt voor het onverhard zolang je de SUV-roeping respecteert. Wie Őzelfs geblokkeerd in de 4x4-stand- terreinwerk wil doen opteert (om het bij hetzelfde merk te houden) voor een Terracan. Van de stenen, putten en bulten die de Baltische ondergrond voor ons in petto had kreeg de Tucson niet genoeg en wij ook niet, wat illustreert dat Hyundai het model aangenaam om rijden maakte.

Het interieur sluit perfect bij het bovenstaande aan, want het is handig (er zijn voldoende bergvakjes), vooral achteraan opgemerkt ruim als je vooraan tenminste geen dubbele meter parkeert, en ergonomisch in orde. De constructeur zorgde ook voor voldoende flexibiliteit want van de voorzetels en de achterbank samen kan je en slaapzetel maken en achterbank is in ongelijke delen neerklapbaar. De ruime bagageruimte wordt dan maximaal 1.865l groot en de vloer is geheel vlak.

De prijskaartjes beginnen bij € 16.999 voor de 2.0 GL (voorwielaandrijving). Dieselen kan vanaf € 18.999 (eveneens voorwielaandrijving). De V6 kost € 27.999. In vergelijking met de concurrentie maakt dat van de Tucson een zeer scherp geprijsd product, wat zeker meespeelt in ons positief eindoordeel. Vierwielaandrijving kost € 2.000 als het niet standaard is. Voor de combinatie met een diesel en een automaat moet de consument nog € 1.500 neertellen.


Geef commentaar
comments by Disqus