Pikes Peak uit de doeken

Bekijk 13 foto's
Door: BV 24-05-2018

Binnen precies een maand, op 24 juni, is het weer zover. Dan zijn de ogen van de internationale autosportliefhebber gericht op Pikes Peak. Een ruim 4.000m hoge piek van de Rocky Mountains in de Amerikaanse staat Colorado. Wie het snelst boven is wacht roem, eer en een permanente plek in de internationale autosportgeschiedenis. Maar hoe komt dat eigenlijk?

The Race tot the Clouds

Het absolute record stamt uit 2013
Pikes Peak International Hill Climb geldt als de tweede oudste motorsportwedstrijd van Amerika. De rit biedt 156 bochten, is bijna 20km lang en deelnemers starten vanop een hoogte van 2.862m om tot 4.300m te geraken. Veranderende weersomstandigheden kunnen daarbij wel eens parten spelen en niet voor niets wordt het spektakel 'The Race to the Clouds' genoemd. De berg, gelegen in het oostelijke deel van Colorado, dankt z'n naam aan luitenant Zebulon Pike, die in 1806 aan de voet stond en zwier dat de top nooit bereikt kon worden. De eersten die er toch in slaagden -want het waren er meteen twee- deden dat op 12 augustus 1901 met een Locomotive Steamer tweecilinder, na een tocht die ruim 9 uur duurde.

Wisseltrofee

In 1915 legde men de laatste hand aan een nieuwe weg, die nu wijder was en deels geasfalteerd om toeristen te lokken. Met dat doel voor ogen werd op 10, 11 en 12 augustus 1916 de eerste editie van de Pikes Peak Auto Hill Climb gehouden. Deelnemen vergde $ 25 tot $ 50, afhankelijk van het onderdeel, en het prijzengeld bedroeg $ 500 tot $ 2.000. De absolute kampioen kreeg een grote trofee mee naar huis, bedekt met plaatselijk zilver en goud, die een jaar lang op de schouw mocht staan. En de eerste die dat mocht doen heette Rea Lentz, een 22-jarige knaap uit Washington, achter het stuur van een Romano Demon Special. Hij ging over de meet na 20 minuten en 55,6 seconden.

In die tijd reed de mechanieker trouwens mee. Vanwege de (grote) kans op problemen onderweg werd dat niet als een overbodige luxe beschouwd. De volgende race vond pas plaats in 1920 vanwege de Grote Oorlog, en werd gewonnen door Otto Loesche. In 1924 deed hij dat nog eens over. Glen Schultz is nog een andere held, die met welgeteld 7 titels ging lopen in de periode tussen '23 en '33 en in '29 aan boord van een stock car. Eerder reed iedereen met de wielen bloot, pas dat jaar mochten ook zulke bolides de baan op. Zes jaar later werd die klasse alweer afgevoerd, om opnieuw te openen in 1956.

Audi Sport Quattro

Een eerste vrouwelijke deelname staat op naam van Terry Ives, aan boord van een Porsche. Dat was in 1952, en het duurde nog eens 7 jaar alvorens Joyce Thompson de fakkel overnam. Het meest tot de verbeelding spreekt Michèle Mouton, The Fying Frenchwoman die in '84 en '85 tijdens Open Rally met haar Audi Sport Quattro al recordbrekend de titel binnenhaalde.

Tijdens de vroege jaren '70 stegen de Open Wheelers aan populariteit, en vormden ze een echte bedreiging voor de traditionele sprinters. In 1979 werd er zelfs een model ontwikkeld speciaal voor het klimparcours: de Wells Coyote, die heel wat succes kende vanaf 1981. Rally kwam toen ook voor het eerst aan bod. John Crafword gold als eerste grote kampioen in dat nieuwe segment, met 6 overwinningen op rij van '82 tot '87.

Sinds 2011 is de hele route volledig met een steenlaag bedekt en uiteraard zat er meteen iemand onder de begeerde 10-minutengrens. Zesvoudig overwinnaar Nobuhiro Tajima klaarde de klus in 9 minuten, 51 seconden en 278 hondersten. In 2012 nam Rhys Millen de rol van titelhouder op zich. Hij reed een Hyundai Genesis Coupé in 9 minuten 46 seconden en 179 honderdsten naar de eindstreep. Het absolute record stamt uit 2013, toen rallykampioen Sebastiaan Loeb een Peugeot 208 T16 in 8:13 over de eindstreep loodste.

Geef commentaar
comments by Disqus