De jongste jaren onderging het autowassen een heuse revolutie. Van gewoon ‘iets’ dat je moest doen, tot heuse kunst. En die revolutie kwam er niet toevallig. Die volgt in het spoor van technologische en wetenschappelijke innovatie. Daardoor is het tijdperk van spons en zeemvel - en in een later stadium ‘simonis’ - helemaal verleden tijd. Sterker nog, we hebben nu net drie van de grootste boosdoeners opgenoemd. Het zijn bovenstaande hulpmiddelen die ervoor zorgen dat je auto z’n leeftijd laat zien. Vooral doordat ze fijne, cirkelvormige waskrassen veroorzaken. Maar dat hoeft niet meer. In dit onderdeel overlopen we even wat je nodig hebt en waar je het best aan de slag gaat.
Locatie
Je kan je auto natuurlijk eender waar wassen. Maar als je de keuze hebt, zijn hier enkele aanbevelingen.
- Probeer op een warme dag de auto zo veel mogelijk in de schaduw te houden. Dan drogen water en product minder snel op en krijgen ze meer tijd om hun werk te doen.
- Een ondergrond die zelf proper is helpt natuurlijk ook, dan spat het vuil niet weer op de wagen.
Benodigdheden
Afhankelijk van hoe erg je zelf wil opgaan in de poetsbeurt, kan je opteren voor enkele basisbenodigdheden, of jezelf helemaal laten gaan. Een tuinslang, of hogedrukreiniger met (bij voorkeur) schuimspuit zijn fantastische hulpmiddelen. Heb je ze niet, dan kan je die stappen in dit dossier overslaan.
Gebruik vooral géén spons en zeemvel
“spons en zeemvel zijn uit den boze”We zegden het eerder al… een spons en zeemvel zijn eigenlijk uit den boze. Beide hebben de eigenschap het vuil wel los te maken, maar het vast te houden aan de oppervlakte. En daarom wrijf je met je zopas verwijderde verontreiniging (zandkorrels bijvoorbeeld) verder over je koetswerk. Dat veroorzaakt de erg fijne waskrassen die je pas echt ziet als het licht onder een bepaalde hoek op het koetswerk valt, maar die er wel voor zorgen dat je auto nooit meer glanst als nieuw.
Gebruik liever een lamswollen washandschoen (of een goed alternatief in microvezel). De lange vezels zorgen ervoor dat het vuil wordt weggehaald van het koetswerk en dus niet kan krassen. Gebruik in plaats van een zeemvel een microvezel handdoek of droogdoek. Dat is bovendien ook nog veel gemakkelijker.
Welke autoshampoo kies je?
Dat is een moeilijke. Erg veel commercieel verkrijgbare shampoo’s zijn agressief en hoewel ze vaak snel resultaat opleveren, zijn bij veelvoudig gebruik slecht voor je lak. Dat zorgt na verloop van tijd voor een doffe oppervlaktelaag die alleen een kleibeurt en polish weer kan verwijderen.
Een goede autoshampoo zorgt er vooral voor dat je washandschoen z’n werk kan doen en de lak ongemoeid laat. Niet te agressief dus, maar met glijmiddelen die ervoor zorgen dat vuil makkelijker van het oppervlak in de washandschoen verdwijnen. Die producten worden vaak een ‘lather’ genoemd. En ze horen conventionele autoshampoo’s naar de vergeetput te verwijzen.
Twee emmers
Deze is cruciaal. Je wast je auto niet met één, maar met twee emmers. Eén om te spoelen en één met product. De reden daarvoor doen we uit de doeken bij de wasprocedure.
Water
Over water kunnen we kort zijn. Gefilterd regenwater is het beste dat er is. De kleur ervan is eigenlijk van geen belang. Waar het om gaat is wat er niet in zit: kalk. Dat goedje zie je immers niet zo lang het in het water zit, maar laat een waas achter als het op het koetswerk opdroogt. Is het niet beschikbaar, dan voldoet gewoon leidingwater natuurlijk ook.
