Heel wat oldtimers zijn in geen tijd van duur naar onbetaalbaar geëvolueerd. Dat kan zijn omdat gefortuneerde mensen ze gebruiken als belegging en de prijs opdrijven, maar je kan het net zo goed bekijken als een zoektocht naar sensaties die nieuwe auto’s niet meer bieden. En dat heeft z’n prijs. Welke prijs horen we je zeggen? Wel, hier zijn de 10 duurste auto’s van 2016. De prijs is in dollar omdat - op de nummer 1 na - al deze records gevestigd zijn aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.
Onder meer Stirling Moss zat ooit achter het stuur van deze racer uit 1957. Hij haalde er dankzij een 4-liter V12 290km/u in. Meer dan 4 stuks zijn er niet van gebouwd. Het stuwde de prijs naar $ 35.763.848. Ook opmerkelijk: het is de enige auto uit de ganse top 10 die in Europa van eigenaar wisselde.
Lees meerDit exemplaar werd in 1955 gebouwd en won de 24H van Le Mans in 1956. Voor dit bijzonder zeldzame stuk autosportgeschiedenis werd met de glimlach $ 21.780.000 betaald. Daarmee is het meteen de duurste Britse auto ooit.
Lees meerEen koets van een legendarisch bedrijf, een uitzonderlijke techniek voor z’n tijd (met bijvoorbeeld volledig onafhankelijke wielophanging) en een 8-in-lijn met twee roots-superchargers. Dat zorgt voor de enige vertegenwoordiger uit de jaren dertig bij de top van dit lijstje. $ 19.800.000 werd ervoor betaald.
In 1959 bouwde Ferrari de laatste California Spider met lange wielbasis. Een exemplaar dat kan uitpakken met een lange racegeschiedenis en een feilloze presentatie. Goed voor $ 18.150.000.
In 1961 werd dit exemplaar nieuw geleverd in Milaan. Het was slechts één van 37 stuks met koplampen onder een afdekglas. Z’n zeldzaamheid is dus een deugd, net als klassieke schoonheid en z’n legendarisch naamplaatje. Het stuwde de prijs afgelopen zomer naar $ 17.160.000.
De allereerste Shelby Cobra, uit 1962. En wat meer is: hij was tot deze zomer altijd eigendom van de legendarische Carrol Shelby zelve. $ 13.750.000 werd ervoor betaald. Geen enkele Amerikaanse auto was ooit meer waard.
Lees meerDe laatste Ferrari (wéér een 250) uit de opsomming, maar dat is louter omdat het lijstje slechts 10 exemplaren lang is. Dit exemplaar uit 1960 werd in opdracht van Enzo Ferrari gebouwd voor de 24h-race van Le Mans. Iemand betaalde er $ 13.500.000 voor.
De jaren dertig domineren dit deel van de lijst. Voor deze Alfa Romeo werd op Pebble Beach $ 11.990.000 betaald. Dit exemplaar uit 1933 werd begin jaren tachtig naar z’n originele staat gerestaureerd en pocht derhalve nog steeds met een achtcilinder lijnmotor en een mechanische compressor.
In 1932 was dit één van de ultrasportievelingen. Chassis en motor dragen een koetswerk van Jean Bugatti, de zoon van technisch genie Ettore. Dit exemplaar staat te boek als één van de best bewaarde en dat was de prijs - $ 10.400.000 - ook aan te zien.
Niet meer dan 419 chassis werden ooit geproduceerd. En slechts een handvol werden voorzien van een koets met een lange staart en hoge deuren. Een bijzonder tijdloze en elegante combinatie uit 1937 die net geen 10 miljoen dollar opleverde.
