De 5 slechtste Ferraris ooit

Iedereen heeft wel eens een slechte dag. Zelfs een instituut als Ferrari. Dit zijn vijf van de grootste missers van het Italiaanse sportwagenmerk.

Dino 308 GT4 / Dino 208 GT4

In een tijd dat een Ferrari eigenlijk altijd een voorin genestelde V12 had en plaats bood aan twee personen, besloot het merk een vierzitter met centrale V8 en vier kleine zitplaatsen aan te bieden. Onder het Dino-label weliswaar, maar iedereen wist dat het een light-Ferrari was. En hij was door Bertone getekend in plaats van door Pininfarina. Hij reed beter dan hij eruit zag tot Ferrari in 1975 speciaal voor de Italiaanse markt ook een tweeliter V8 (in plaats van de 3-liter met 252pk) op de markt bracht met niet eens 170pk (Dino 208 GT4).

Ferrari Mondial 8 / Mondial T

Vier zitplaatsen en een centraal opgestelde motor, dat zorgt altijd voor wat gewrongen proporties. De Dino hierboven bewees het al en in 1980 werd duidelijk dat ook grootmeester Pininfarina dat niet rechtgetrokken kreeg. Bovendien was de Mondial ook niet zo snel als je zou denken en stuurde hij naar verluidt ook niet zo fantastisch. Uit wegtesten bleek dat hij in de honderdsprint vaak boven de 9 seconden bleef. He ultieme model was de Mondial T die in 1985 op de markt kwam. Die ruilde de dwars gemonteerde 3-liter voor een 3,2l in lengterichting en was 296pk sterk. Vandaag is de Mondial nog steeds zowat de goedkoopste klassieke Ferrari van allemaal. Met reden.

Ferrari 365 GTC/4

Nog een vierzitter. De laatste uit deze lijst. Ditmaal wel eentje die op het onderstel van de legendarische 365 GTB/4 Daytona. Maar terwijl die als een stijlicoon de geschiedenisboeken in ging, verloor deze creatie uit 1971 in één klap alle flair. Rijden deed hij best aardig, met een tot 340pk teruggeschroefde (om hem beter geschikt te maken voor dagelijks gebruik) 4,4l V8. Maar de mensen raakten niet over de vormgeving heen. Kijk maar eens naar die met rubber beklede voorbumper.

Ferrari 208 GTB

De Ferrari 308 begon vol goede moed aan z’n carrière. Een lichtgewicht polyester koetswerk en een 3-liter V8 in een koetswerk dat echt indruk maakte. Maar het duurde niet lang. Polyester werd vervangen door zwaarder staal, de eerste uitstootnormen beknotten het vermogen en dan bracht Ferrari de 208 GTB op de markt. Met een tweeliter V8 voor de Italiaanse markt. Amper 155pk sterk en zelfs in jaren tachtig amper in staat om een Golf GTi bij te houden.

Ferrari 348 TB / 348 TS

Het maakt niet zo veel uit of je het over de gesloten versie (TB) of de Targa (TS) hebt, de 348 heeft zonden. Nochtans had de achtcilinder wél het uiterlijk om het eind jaren tachtig / begin jaren negentig te maken. En z’n op een zucht van 300pk strandende 3,4l V8 is een vaak bejubelde muzikale krachtbron. Maar hij was gewoon te slecht. In een tijdperk dat Honda met de eerste NSX bewees hoe fijn het leven met een sportwagen met middenmotor kon zijn, was de 348 het toonbeeld van het tegengestelde. De afwerking was slecht, de mechaniek wispelturig en het weggedrag bij tijden gevaarlijk.

Geef commentaar
comments by Disqus