Oli: zo denkt Citroën een betaalbare elektrische auto te kunnen maken

Bekijk 25 foto's
Door: BV 30-09-2022

Oorspronkelijk was Citroën een merk van vrije denkers. Het merk speelde een voortrekkersrol op vlak van techniek, comfort en design. Maar het had moeite om de kosten onder controle te houden. Decennia lang werd daarom ingezet op producten voor de massa, met steeds minder eigen karakter. De jongste tijd ondergaat het merk echter een kentering. Er wordt weer volop voor comfort gekozen. Zie in dat verband bijvoorbeeld naar de Citroën C5-X. De nakende elektrificatie kan nog een katalysator zijn. Er is weer ruimte voor originele en frisse ideeën. Deze Oli, een studiemodel, toont hoe het Franse merk denkt een betaalbare elektrische auto te kunnen bouwen. En ja - er worden radicale keuzes gemaakt.

Functionele elektrische mobiliteit

Citroën zelf noemt het model “een routekaart voor een optimistische en functionele elektrische mobiliteit”. Kijk even door de radicale vormgeving en je vindt in dit studiemodel een ontwerpfilosofie die ervoor moet zorgen dat de elektrische auto van morgen betaalbaarder wordt. De ontwerpers verzetten zich actief tegen de trend dat auto’s almaar zwaarder en ingewikkelder worden. De Oli heeft een streefgewicht van amper 1.000kg. En een beoogd verbruik van 10kWh/100km, zowat de helft van wat een hedendaagse EV realiseert. Een relatief kleine batterij van 40kWh moet met andere woorden al volstaan voor 400km rijbereik.

Glasvezel, karton, gaas en plastic

Met alleen een kleinere accu kom je er niet. En daarom wordt hier met radicale materialen geëxperimenteerd. Een groot deel van de koetswerkpanelen is vervaardigd uit glasvezel. Een materiaal dat periodiek wel eens opdook in de auto-industrie en waar Citroën al lang heel wat ervaring mee heeft. Zo was het dak van de legendarische DS (geïntroduceerd in 1955) al uit kunststof. Maar het kan nog gekker: zo zijn de vlakke motorkap, het dak en vloerpanelen van de kofferbak gemaakt van gerecycleerd honingraatkarton. Nog meer gewichtsbesparing: wielen uit een combinatie van staal en aluminium en een zetelbekleding uit een opgespannen stof.

Niet alleen het resultaat moet licht zijn - ook de productie en ontwikkeling moet met minder centen kunnen gebeuren. Ook daarvoor enkele opmerkelijke denkpistes. Zo zijn de voor- en achterbumpers identiek. Idem met de voordeuren: precies dezelfde persvorm, die ook nog eens bewust simpel is gehouden. De vlakke voorruit is ook goedkoper te maken dan een gebogen exemplaar.

Eén scherm is genoeg

Enige soberheid siert ook het interieur, dat het niet alleen moet stellen zonder zetels met schuimvulling en een plastic vloer krijgt, maar ook een scherm ontbeert. De oplossing van Citroën: je gebruikt je eigen smartphone en de auto projecteert daar informatie van tegen het dashboard.

De Oli (uitgesproken als: ‘all-e’) heeft met een lengte van 4,2m en een hoogte van 1,65m proporties die dicht aanleunen bij die van een middenklasse SUV. Maar eigenlijk is hij zo’n beetje alles en niks. Je kan er wat van een pick-up in zien. De schuine achterruit is tenslotte verwijderbaar. Of van een coupé, door die afgeschuinde C-stijl en twee tegengesteld openende achterportieren. Of van een 4x4. Concrete productieplannen zijn er niet, dus klanten hoeven er hun hoofd niet over te breken.

Nieuwe merkidentiteit voor Citroën

Tenslotte nog dit: de Oli pronkt met als eerste met de nieuwe visuele stijl van Citroën. Belangrijkste kenmerk: het retro-geïnspireerde logo. Dat zal straks op steeds meer modellen van het merk te zien zijn.

Geef commentaar
comments by Disqus