Ford staat op het punt om een nieuwe elektrificatiestrategie te onthullen. Nog maar eens. Volgens CEO Jim Farley moet die op 11 augustus een “Model T-moment” inluiden – een knipoog naar de auto die begin vorige eeuw mobiliteit voor de massa mogelijk maakte. Het product zal moeten overtuigen want Ford lijkt de voeling met de consument helemaal kwijt te zijn.
Dat zegt niet alleen de pers. Het zijn Farleys eigen woorden die dat gevoel versterken. Hij reed de voorbije weken dagelijks met een Xiaomi SU7 – een Chinese elektrische berline – en noemde die ervaring “fantastisch”. Intussen laat Ford in de VS productielijnen stilleggen wegens tanende vraag naar modellen als de Mustang Mach-E en F-150 Lightning.
Verlieslatend, weinig schaalbaar, en met een veel te dure toeleveringsketen. De Amerikaanse autobouwer moest in het eerste kwartaal van 2025 opnieuw forse verliezen op EV’s incasseren, en ook het marktaandeel staat onder druk.
Achtervolgd door China
Volgens Farley is het geen kwestie van inhalen, maar van herdenken. Ford kijkt niet meer naar GM of Stellantis als referentie, maar naar BYD en Geely. Dat zijn Chinese merken die vandaag al winst maken op hun elektrische modellen en die klaar lijken voor een wereldwijde uitrol.
BYD, bijvoorbeeld, levert al voertuigen in Europa tegen vlijmscherpe tarieven en met meer technologie dan de Europese concurrenten. Xiaomi – bekend van smartphones – zette met de SU7 een opvallend debut neer: een scherp geprijsde EV met prestaties en afwerking die traditionele merken blozend achterlaten.
Ford erkent dat het de strijd tegen deze Aziatische giganten enkel kan winnen door de productiekosten te halveren én de ontwikkelcycli drastisch in te korten. Daarvoor zijn radicale ingrepen nodig: vereenvoudigde platforms, hertekende elektrische architectuur en toeleverketens die niet langer van vijf continenten afhankelijk zijn. Op welke manier al die doelstellingen voor de klant ook een beter product zullen opleveren is nog helemaal niet duidelijk.
Nieuwe start of nieuwe belofte?
Wat Ford op 11 augustus precies gaat aankondigen, blijft nog onduidelijk. Maar de verwijzing naar het Model T doet vermoeden dat er een nieuwe focus op betaalbaarheid komt – een soort elektrische Ford Fiesta of Focus. Eén ding is zeker: als straks blijkt dat het slechts om een aangepaste versie van de VW ID.2 - de beloofde ‘betaalbare’ elektrische Volkswagen - gaat, dan zal het publiek teleurgesteld zijn.
Farley gaf toe dat Ford voorlopig amper marge haalt op zijn elektrische auto’s, zelfs niet met de huidige (veel te hoge) prijzen. Een goedkope EV bouwen die wél winstgevend is? Dan moet Ford zichzelf heruitvinden. Snel.
Europese alliantie? Tot dusver flop
In Europa werkte Ford de voorbije jaren nauw samen met Volkswagen om een reeks elektrische modellen uit te rollen op basis van het MEB-platform. Maar die samenwerking heeft weinig overtuigende resultaten opgeleverd. De recent gelanceerde Explorer EV is gebaseerd op VW-techniek, maar werd in preproductie al aangepast omdat de initiële reacties ondermaats waren.
Tegelijk worstelt Volkswagen zelf met EV’s die het publiek koud laten. De ID.3 en ID.4 verkochten aanvankelijk goed, maar zijn intussen voorbijgestoken door Tesla én door BYD. Ford is dus gebonden aan een partner die zelf niet op koers ligt, en mist tegelijk een eigen, competitief platform voor Europa.
Tarieven en tactiek
Ford hoopt intussen op een betere afbakening van markten via importheffingen. Farley erkende dat Ford jaarlijks zo’n 2 miljard dollar extra betaalt door importtarieven, maar ziet ook kansen. Als grote Amerikaanse werkgever hoopt het merk gunstigere beleidsbeslissingen af te dwingen – bijvoorbeeld via gunstregimes voor lokale productie of emissiekredieten. Maar tarieven lossen het probleem niet noodzakelijk op. De Chinese concurrentie is al bezig met fabrieken in Europa, en investeert razendsnel in lokale assemblage en batterijfabrieken.