Amphicar (1961-1968)

Amphicar (1961-1968)
Bekijk 5 foto's
Door: AUTO55 20-01-2014

Voor zover geweten is dateren de eerste plannen van een voertuig dat zich zowel op land als op water thuisvoelt van het einde van de 17de eeuw. Zowel de adellijke Italiaan Raimondo di Sangro en Engels werktuigbouwkundige en scheepsarchitect Sir Samual Bentham staan omtrent dat onderwerp in de geschiedenisboeken genoteerd. Maar het was Oliver Evans die als grondlegger van het eerste amfibievoertuig wordt gezien. In 1804 introduceerde de Amerikaan immers de door stoom aangedreven ‘Oruktor Amphibolos', gebouwd met het oog op baggerwerken.

Schwimmwagen

Ruim een eeuw later kwam Hans Trippel aan bod. Deze in 1908 geboren Duitser kennen we ook als de bedenker van de deurconstructie van de Mercedes 300 SL Gullwing. De man was helemaal in de ban van het amfibieconcept en stampte begin jaren '30 een eigen bedrijfje uit de grond in de hoop zijn droom waar te maken. Niet veel later waren de eerste ontwerpen een feit. Hij ontwierp onder andere de Volkswagen Schwimmwagen, die net als het overgrote deel van zijn creaties voor militaire doeleinden werd gebruikt, en liet zich in 1950 door de Amerikaanse Amphicar Corporation overtuigen om een gelijkaardig voertuig te creëren voor de thuismarkt.

Te koop

Op het autosalon van Parijs in 1959 onthulde Trippel een stijlmodel onder de noemer ‘Alligator'. De productieversie, die Amphicar zou gaan heten, volgde twee jaar later. Het betrof het enige amfibievoertuig die je je als particulier kon aanschaffen. Het model werd tussen 1962 en 1968 in West-Berlijn en voor het grootste deel door Amphicar Vertriebsgesellschaft GmbH - toen een onderdeel van Deutsche Waggon- und Maschinenfabriken (DWM) - geproduceerd.

Voor de aandrijving van de Amphicar zorgde een 1.147cc viercilinder benzinemotor uit de Triumph Herald, 39pk sterk. De achterin geplaatste centrale was gekoppeld aan een gesynchroniseerde, handgeschakelde vierbak, terwijl een tweede versnellingsbak de schroeven voor z'n rekening nam. Maar de povere bouwkwaliteit, een hoge storingsgevoeligheid en behoorlijke onderhoudskosten deden de Amphicar de das om. Ook al deed men bij DWM hun uiterste best om de problemen tot een minimum te beperken. Eind 1968 ging de Amphicar uiteindelijk kopje onder, nadat ongeveer 3.800 exemplaren het levenslicht hebben ontdekt. Driekwart daarvan kwam in Amerikaanse handen terecht.

Zeppos

Voor wie in de jaren '60 in Vlaanderen geregeld voor het televisiescherm gekluisterd zat, heeft het belletje al lang gerinkeld. In de reeks Kapitein Zeppos werd de Amphicar immers ingezet tijdens de avonturen van het hoofdpersonage, zowel op het land als op het water. De bedenkers van de serie hadden het vreemde voertuig eerder opgemerkt in Hamburg, waar het in dienst was bij de zeehavenpolitie, en waren helemaal verkocht. In 2008 kreeg de bewuste Amphicar - die inmiddels rood was geschilderd - een plaatsje in het Hertboommolenmuseum in het Vlaams-Brabantse Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek, waar Kapitein Zeppos destijds werd opgenomen. Meer daarover vind je in ons dossier Helden van het kleine scherm.

Geef commentaar
comments by Disqus