Italië wil dat het plan om de verkoop van verbrandingsmotoren vanaf 2035 te verbieden wordt herzien.
De Italiaanse minister van Energie Gilberto Pichetto Fratin ging zelfs zo ver om te zeggen dat het besluit van Europa ‘absurd’ was en louter een ‘ideologisch dictaat’ was. Het land kant zich steeds meer tegen de verplichte elektrificatie. Er zou nu zelfs een wetsvoorstel in de maak zijn om het EU-besluit naast zich neer te leggen. Italië vindt dat elektrificatie deel moet uitmaken van een veelvoud aan aandrijfvormen en geen verplichting mag zijn.
Dramatische economische gevolgen
Dat Italië tegengas geeft, is niet verwonderlijk. Het land wordt geconfronteerd met de vernietigende economische gevolgen van het EU-beleid. De omzet van Stellantis in Italië daalt en sinds de Fiat-groep fusioneerde met het Franse PSA zijn fabriekssluitingen er een constante dreiging. Stellantis probeerde Italië te sussen met de belofte van een nieuwe batterijfabriek, maar omdat de Europese consument onvoldoende opwarmt voor de elektrische auto, werden die investeringen op de lange baan geschoven.
Inmiddels wordt niet alleen Italië geconfronteerd met de nadelige gevolgen van de door het Europese politiek bestel opgelegde elektrificatie. Ook Duitsland verkeert in paniekmodus. Voor het eerst in de 87-jarige geschiedenis van Volkswagen, moet de sluiting van Duitse fabrieken besproken worden. De economische weerslag zindert inmiddels ook door tot in ons land - waar Audi Brussels - dat de elektrische Audi Q8 produceerde - aan de galg hangt. De schattingen van het totale jobverlies door elektrificatie lopen ver uiteen, maar zelfs volgens wat conservatievere studies zouden er een half miljoen jobs (!!) verdwijnen in Europa's grootste industriële sector.
Europa was blind voor de gevolgen
De nadelige economische gevolgen zouden echter geen verrassing mogen zijn. Talloze experts voorspellen al jaren een economisch bloedbad. Overheden bleken echter doof aan dat oor, terwijl ze de gospel van de EV-lobby meezongen. Inmiddels klinken de stemmen om op een meer natuurlijke manier (lees: zonder verplichtingen) te elektrificeren steeds luider te klinken.
Monsterboetes voor automerken moeten weg
Een versoepeling van de regels moet ook een herziening van de CO2-boetes voor automerken inhouden. Volgens koepelfederatie ACEA riskeren automerken tot wel 15 miljard euro (!!) aan boetes wanneer de opgelegde CO2-gemiddelden niet halen. Europa legt elk jaar een gemiddeld lagere CO2-uitstoot op voor het totaal van de verkochte auto’s van elk merk. Per gram dat het merk daarboven gaat, zal het monsterboetes moeten betalen. De bedragen zijn zo hoog dat veel automerken eerder genoodzaakt zullen zijn om auto’s van de markt te halen, dan om aan de vraag van klanten te voldoen. Die situatie is niet theoretisch. Zo zag Stellantis zich al eens verplicht om van populaire modellen als de Peugeot Partner (Rifter) en Citroën Berlingo alle brandstofmotoren (tijdelijk) uit het aanbod te schrappen omdat ze teveel wogen op de CO2-balans van het bedrijf. Alleen de veel duurdere elektrische versies bleven in het aanbod. Een situatie die extra pervers bleek, aangezien dergelijke auto’s vooral gekocht worden door klanten die prijsbewust op zoek zijn naar ruimte en flexibiliteit.