Autosalon van München. Dat betekent vandaag vooral nieuws over peperdure elektrische SUV’s en conceptcars die met gemak meer dan 400 pk en 70.000 euro kosten. Wie zich afvraagt waar de auto’s voor gewone gezinnen gebleven zijn, krijgt een onverwacht antwoord uit Frankrijk. Renault houdt voet bij stuk en toont er een nieuwe generatie van een icoon: de Clio. Al 35 jaar een bestseller en opnieuw klaar om te bewijzen dat een auto gewoon betaalbaar en bruikbaar kan blijven. Zeldzaam geworden, maar des te relevanter.
De Clio is geen onbekende in Europa. Sinds de eerste generatie in 1990 zag het model al ruim 17 miljoen opritten. Enkel al in de eerste helft van dit jaar rolden er nog ruim 130.000 van de band richting klant. Toch vond de constructeur het tijd voor een nieuwe stap. Vroeg, want de vorige generatie dateert nog maar van 2019. Maar Renault wil niet wachten op concurrenten. Opvallend: de Clio negeert de doorgedreven elektrificatie.
Radicaal uiterlijk
Renault noemt het zelf “de meest sexy Clio ooit”. Het merk koos voor een uitgesproken front met bredere, hogere grille en een achterkant met opvallende dubbele achterlichten. Strakker, moderner, en tegelijk met een nadeel: de zichtbaarheid naar achteren lijdt onder de nieuwe snijlijnen en koffervleugel. Aerodynamica primeert. Toch straalt het geheel een zelfbewuste en eigentijdse stijl uit die klanten opnieuw moet verleiden.
Groter en bruikbaarder
Alle nieuwe modellen worden groter en de Clio doet vrolijk mee. Hij groeit bijna zeven centimeter in lengte en een centimeter in hoogte. Met een totale lengte van 4,12 meter schuift hij op richting volwaardige gezinswagen. De koffer profiteert mee: 391 liter laadruimte is een troef in dit segment. Voor veel klanten kan dit het verschil maken tussen een tweede auto en een echte gezinsoplossing.
Binnenin combineert Renault herkenbaarheid met vernieuwing. Twee schermen domineren het dashboard, aangevuld met sfeerlicht. Maar tegelijk blijven er fysieke knoppen aanwezig, zodat de Clio niet vervalt in digitale overdaad. Het interieur oogt premium zonder de functionele roots te verloochenen – alsof Renault de les van dochtermerk Dacia goed geleerd heeft.
Conventionele krachtbronnen
Geen elektrische variant, geen plug-in hybride. Renault houdt de Clio bewust conventioneel. De instapmotor is een 1,2-liter driecilinder turbo met 115 pk. Interessanter is de hybrideversie: een 1,8-liter viercilinder in combinatie met elektromotor en batterij. Samen goed voor 160 pk én een gemiddeld verbruik van amper 3,9l/100km (WLTP). Vooral in de stad rijdt de Clio vaak elektrisch. Voor de doorsnee klant: vertrouwd tanken, zonder laadstress.
Diesels zijn al langer verleden tijd, en Renault ziet voorlopig geen nood aan een volledig elektrische Clio. Daarvoor rekent het merk op andere iconen in wording: de nieuwe R4 en R5, die de CO₂-balans van het gamma moeten rechthouden. Zo blijft er ruimte over voor modellen zoals de Clio, die juist hun sterkte halen uit eenvoud.
Betaalbaarheid onder druk
Vandaag begint de Clio bij 17.150 euro. Dat prijskaartje wordt onhoudbaar, erkennen ze bij Renault. Meer technologie, meer veiligheidssystemen en meer vermogen drijven de kostprijs omhoog. Toch wil het merk in België een statement maken. Naast de internationale versies Evolution, Techno en Esprit Alpine komt er een specifieke basisuitvoering: Generation. Met de essentiële uitrusting – airco, 10” scherm, achteruitrijhulp, adaptieve cruisecontrol – maar tegen een prijs die psychologisch onder de grens van 20.000 euro moet blijven.