Wie Brussel met de auto binnen wil, zal daarvoor een extra stadstol moeten betalen. Een enkel ritje kan tot 12 euro kosten. Het exacte tarief wordt afhankelijk van wanneer en met welke auto je naar Brussel rijdt.

Brussel voert stadstol in

De Brusselse regering besliste al in 2019 tot de invoering van een stadstol. Pendelaars zullen die automatisch aangerekend krijgen wanneer ze het Brusselse gewest binnenrijden. De overheid zal daarvoor gebruik maken van de ANPR-camera’s (Automatic NumberPlate Recognition). Die werde oorspronkelijk geplaatst in het kader van de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit. Het ontbreekt de politiediensten tot op heden echter aan de middelen om de camera-informatie effectief ter bestrijding van misdaad in te zetten. ANPR-technologie wordt quasi uitsluitend gebruikt om snelheden te meten bij trajectcontroles en om toegangscontrole te doen bij zones met een beperkte toegang (zoals lage-emissiezones).

Automobilist wordt ‘afgeperst’

Inmiddels circuleren voor die stadstol cijfers van 3 euro per toegang tot wel 12 euro per keer. Studiebureau Stratec becijferde dat Brussel, afhankelijk van het gekozen tarief, jaarlijks minstens 323 miljoen euro en tot wel 1,12 miljard euro zou kunnen binnenrijven. Volgens Waals minister en parlementslid André Antoine (cdH), die het erover heeft in La Libre Belgique, zal een pendelaar die elke dag in Brussel moet zijn er elk jaar 2.500 euro armer van worden. Het is de bedoeling om de mensen uit de auto te jaren. De politicus heeft het over ‘afpersing’.

Los van de Brusselse stadstol, waaraan een bijna middeleeuws luchtje hangt, staat ook de invoering van een nieuwe alternatieve autobelasting in het federale regeerakkoord. Daar gaat het om een accijns op stroom die wordt gebruikt om een elektrische auto op te laden, dan wel een nationale kilometerheffing. Hoe die zich zou verhouden tot een specifieke Brusselse stadstol, is niet duidelijk. De tol komt bovenop eventuele kosten van de lage-emissiezone die er geldt.