Onder de motorkap van onze testwagen woont een tweeliter turbodieselmotor die door Citroën 2.0 BlueHDI wordt genoemd - een blok dat goed is voor 180pk bij 3.750 toeren en 400Nm koppel vanaf 2.000tr/min. De acceleratietijd is niet bepaald spectaculair - naar honderd sprinten lukt de Fransoos in 9,2 seconden - maar de hernemingen gaan gelukkig wel van een leien dakje ondanks zijn relatief zware lichaam van 1.540kg. Toppen doet onze lener aan 220km/u. Heel sportief omgaan met de DS5 is weliswaar geen aanrader. Daarvoor zijn de remmen niet bijtgraag genoeg.
EAT6
Nieuw voor de DS5 is de automatische EAT6-versnellingsbak met koppelomvormer die - gelukkig! - een pak zachter en aangenamer opereert dan de automaat die we gewend waren, maar weliswaar nog niet op het niveau staat van VW's DSG. Wat ze wel doet is het opgegeven verbruik beperken tot een gemiddelde van 4,4l (testverbruik ligt meer dan 3 liter hoger), wat neerkomt op een CO2-uitstoot van 118gr/km.
Comfortabel, maar...
Op gebied van zijn gedragingen op de baan hebben we een dubbel gevoel. De DS5 gaat vlak door de bocht, gepaard aan een uitstekend comfortniveau, maar wel enkel zolang het wegdek wil meewerken. Er treedt immers snel degradatie op als de ondergrond wat uitdagender wordt. En dat komt, jammer genoeg, maar al te vaak voor in België. De DS5 laat zich met andere woorden van zijn beste kant zien op de autosnelweg.
En dan is er nog de stuurinrichting die, zoals tegenwoordig regel is, van een elektrische bekrachtiging geniet. Ze reageert wat te enthousiast rond de rechtuitstand (om de ‘indruk' van sportiviteit te wekken) en is voor de rest natuurlijk en voorspelbaar, al heeft ze natuurlijk ook alle nadelen die eigen zijn aan het concept. Stuurgevoel is er niet en centreren bij lage snelheden verloopt moeizaam.
