In Europa blijft het C-segment erg stabiel. Er gaan jaarlijks zo’n 5 miljoen wagens in om. Maar binnen het C-segment zijn er wel verschuivingen. Terwijl de klassieke vijfdeurs - een uitstekend en erg rationeel concept - stabiel blijft, is er daarnaast een duidelijke verschuiving van de monovolumes naar SUV’s. De afgelopen jaren vertienvoudigde de verkoop de hoog op poten staande C-segmenter. In dat segment spelen de Fransen, die er als de kippen bij waren toen monovolumes in opmars waren, echter de tweede viool. Met de Kadjar wil Renault nu terug een koppositie opeisen. Het wil tot de top 3 van het segment horen. Torenhoge ambities als je weet dat hij het onder meer moet opnemen tegen verkoopsuccessen als de Hyundai Tucson, de VW Tiguan, Kia Sportage of Nissan Qashqai.

Renault beschouwt de Kadjar als z’n intrede in het C-SUV-segment. Daarmee schuift het de erg lauw onthaalde Koleos handig opzij. Voor even toch, want er komt nog een grotere SUV met ruit op de neus aan. Die zal drie zitrijen tellen en officieel de bij Samsung in Korea gebouwde creatie vervangen. Het grootste verschil worden drie zitrijen.

Het is écht een Qashqai van Renault

Maar de Kadjar dus. Die is gebaseerd (en geen klein beetje, maar daarover meer) op de Nissan Qashqai. De motoren zijn daarom oude bekenden. Er is een 1.2 viercilinder turbo op benzine die minstens € 21.950 kost en 130pk opwekt. En er zijn twee dieselversies: een 1.5dCi met 110pk (vanaf € 25.950) en 1.6 dCi met 130pk (voor minstens € 29.500). Het testexemplaar van dienst (een Bose Edition) staat echter al in de catalogus voor € 30.500, zonder € 3.749 aan extra’s. Voor metaalkleur, leder, geavanceerde rijhulpsystemen, een 1,4m2 groot panoramisch glazen dak (dat niet open kan) én een belachelijke verplichte afleveringskit (die je dus altijd moet nemen anders mankeer je zaken als een brandblusser en fluo vestjes en mag je de baan niet op) moet je in zo’n geval dus nog extra dokken. Goedkoop kan je de tester van dienst dus niet noemen.