Jaguar I-Pace EV400 Inleiding

Bekijk 52 foto's
Door: BV 30-08-2018

In het segment van de elektrische auto heeft Tesla lange tijd het speelveld voor zich alleen gehad. Grotendeels. Aan de vooravond van een nieuwe, tweede, elektrische revolutie op automobiel vlak, zo ongeveer 120 jaar na de eerste, komt de eerste echte uitdager voor de Amerikaanse pionier uit onverwachte hoek. Geen Duitsers, Fransen of Amerikanen, maar het als erg traditioneel bestempelde Jaguar. Dat zonderde 150 ingenieurs en technici af en stak alle volumeconstructeurs voorbij. Audi wordt met de e-Tron de eerste achtervolger. Die komt later dit jaar op de markt.

Elitaire bezigheid

Vooraf - wie zit te wachten op een betaalbare auto met een groot rijbereik, komt ook hier niet aan de bak. Elektrische auto’s die (relatief) betaalbaar zijn, missen bereik. En vice versa. Dat heeft te maken met ontwikkelingskosten, technologie, materialen. En met de realiteit dat, tenminste voor de nabije toekomst, wat een constructeur uitspaart aan de bouw van een elektromotor (die in vergelijking met een hedendaagse verbrandingsmotor erg eenvoudig is), dubbel en dik wordt uitgegeven aan de accu’s.

De I-Pace wordt dus vergezeld van een elitair prijskaartje. Er is nog wel - afhankelijk van de regio en de status als particulier of bedrijf - verzachting van overheidswege, zonder dat je van een tempering kan spreken die de term ‘duur’ aan het einde van het verhaal weggomt. Voor minder dan € 78.990 wordt deze elektrische spinnende kat niet van u. De First Edition, de traditioneel erg rijkelijk uitgeruste lanceeruitvoering, die wij aan de tand voelden kost al meteen € 103.440. Die laat op vlak van toeters en bellen weinig te wensen over, maar toch. De Tesla’s zijn gewogen volgens rijbereik duurder en een spat sneller.

Geef commentaar
comments by Disqus