De Tucson oogt stoer en elegant tegelijk. Tot het eerste dragen de ‘gespierde’ beschermstukken bij die de wielkasten, drempels, voorpartij en in mindere mate ook de achtersteven benadrukken. De vormgeving van de koplampen, de dakreling, de matzwarte lijsten rondom de ruiten, de portiergrepen, geven de Tucson dan weer die elegantere uitstraling die hem ‘universeel’ toonbaar maken op zowel de voetbalclub als de bridgeavond.

De achterklep opent tweeledig, wat een zeer praktische eigenschap is. De klep zwaait in zijn geheel open en biedt daarbij voldoende vrije hoogte om eronder te schuilen. De achterruit kan tevens afzonderlijk geopend worden met een duidelijk aangeduide knop boven de nummerplaat. Een greepje dat verwerkt zit in de achterruitwisser vergemakkelijkt het openen van het glazen vlak. Ons testexemplaar stond op 16” aluminiumvelgen met 235/60 banden. De Tucson biedt 195 mm vrije hoogte, 28,2° aanrijhoek vooraan en 31,9° hellingshoek achteraan.

Onder de koffervloer zit een volwaardig reservewiel. De koffer slikt een royale 644 liter onder het in hoogte verstelbare afdekzeil en kan tot 1856 l aangroeien. Wij misten op onze testwagen de parkeersensoren, een optie die 336 euro wordt aangerekend en gezien de vorm van de wagen min of meer onmisbaar zijn.