In het interieur werkt de dubbele overkapping van het dashboard al lang vertrouwd. De zachte glooiingen deden voor het eerst hun intrede bij de 7-Reeks in de zomer van 2001, en zijn het gevolg van de integratie van het kleurenbeeldscherm als interface voor comfort- en infotainmentfuncties. Pal voor de bestuurder en onder de eerste overkapping zitten de logisch te verwachten klokken voor snelheid en toerental. Ze nemen onderaan de metertjes op voor tankinhoud en momentaan verbruik. Dat laatste heeft een bedenkelijke functionaliteit, tenzij men het als waarschuwing ziet om kalmer aan te doen. Informatie van de boordcomputer verschijnt in een langwerpige strook onderaan. Het geheel oogt sober en dat geldt eveneens voor de dashboard- en interieurverlichting.

De zetels zitten uitstekend en bieden een goede steun over langere trajecten. Dankzij de vele instelmogelijkheden – dat geldt ook voor het stuurwiel – kan zowat iedereen de ideale positie vinden. In onze testwagen konden we genieten van zetelverwarming (314 euro excl. BTW), die ultrasnel opwarmt, maar haast te krachtig werkt. De 3-stappen schakelaar zou wat meer verfijning mogen bieden. De achterbank biedt een zeer comfortabele zit voor twee volwassenen, dit als gevolg van de nadrukkelijk, maar uitstekend geprofileerde zetelvormen op de uiteinden. Jammer dat de hoofdruimte aan de krappe kant uitvalt. De middelste plek is er veeleer om de academische waarde of om iemand naar te verwijzen die men eigenlijk liever niet had willen meenemen.

De opbergmogelijkheden in het BMW-interieur zijn aan de krappe kant: achteraan zijn er zelfs geen bakken in de portieren en vooraan zijn ze te smal. De centrale armsteun achteraan maakt wel wat goed, dankzij de mooi geïntegreerde bekerhouders en een groot bergvak. De ‘iDrive’ is wat het is: een gedurfd initiatief dat in 2001 bij de presentatie van de 7-Reeks bijzonder vernieuwend aankwam, doch al snel niets anders dan een voortrap bleek te zijn om anderen te laten scoren op het vlak van ergonomie, rekensnelheid en mogelijkheden.