De auto is niet langer het populairste transportmiddel voor Belgen die op vakantie trekken. Naar de oorzaak hoef je niet ver te zoeken: steeds meer Belgen rijden met een elektrische (bedrijfs)wagen, maar vertrouwen die niet voor lange afstanden. De oplossing? Het vliegtuig. Niet bepaald een milieuvriendelijke keuze.
Volgens de nieuwste Vakantiebarometer van Europ Assistance is het vliegtuig in 2025 voor het eerst populairder dan de eigen auto als vervoermiddel voor de zomervakantie. En daar zit de elektrische (bedrijfs)wagen voor iets tussen. Wie vandaag een bedrijfswagen krijgt, rijdt almaar vaker elektrisch. Dat zou immers beter zijn voor het milieu. Maar zodra er een verre rit op het programma staat, blijken veel Belgen het vertrouwen in hun EV te verliezen.
Meer dan de helft van de ondervraagden (52%) zegt geen lange ritten te willen maken met een elektrische auto, een stijging van vijf procentpunten tegenover vorig jaar. Nog eens 39% overweegt het wel, maar alleen als ze er absoluut zeker van zijn dat opladen onderweg geen stress of tijdverlies oplevert. Tijdens je vakantie wil je immers vooral geen zorgen.
Resultaat: de auto blijft vaker thuis. Terwijl in 2024 nog 45% van de Belgen met de eigen wagen op vakantie ging, zakt dat aandeel in 2025 naar 44%. Tegelijk stijgt het aantal vliegtuigreizigers van 48% naar 51%. De trein (15%) of de bus (9%) blijven stabiel, maar worden zelden beschouwd als volwaardig alternatief.
Gemak primeert
De keuze voor het vliegtuig heeft weinig te maken met prijs of milieu, zo blijkt. De meeste vakantiegangers (53%) noemen het de gemakkelijkste manier om hun bestemming te bereiken. Hoewel 32% van de Belgen zich naar eigen zeggen zorgen maakt over zijn of haar ecologische voetafdruk tijdens het reizen, blijkt daar in de praktijk weinig van. Slechts 24% geeft aan bereid te zijn om zijn vakantiepatroon aan te passen om hun ecologische voetafdruk te verkleinen. Comfort en gebruiksgemak zijn belangrijker dan milieubewustzijn.
Nochtans is de impact van de vervoerskeuze op het klimaat aanzienlijk. Een elektrische wagen veroorzaakt tijdens het rijden vrijwel geen CO₂-uitstoot. Wie 2.500 kilometer aflegt met een EV – bijvoorbeeld heen en terug naar Zuid-Frankrijk of Noord-Spanje – stoot hooguit 50 kilogram CO₂ uit, afhankelijk van hoe de batterij wordt opgeladen. Een heen-en-terugvlucht naar diezelfde bestemming veroorzaakt gemiddeld 350 kilogram CO₂ per passagier. Het vliegtuig stoot dus ongeveer zeven keer meer broeikasgassen uit dan de elektrische auto. De ecologische winst van een jaar elektrisch rijden smelt als sneeuw voor de zon door één vakantie.
Populaire landen, weinig laadpalen?
Bij de populairste vakantiebestemmingen van de Belgen vinden we traditiegetrouw Frankrijk (22%), België (15%), Spanje (14%), Italië (7%) en Nederland (6%) terug. Is opladen in deze landen echt een probleem? In Nederland niet, dat heeft het beste publieke laadnetwerk van Europa. Ook in Frankrijk zijn er best veel laadpunten te vinden, maar regionaal zijn er nog blinde vlekken. In Italië en Spanje is de dekking minder goed ontwikkeld dan het Europese gemiddelde.
Publieke laadpunten per land
- Nederland 191.155
- Duitsland 171.579
- Frankrijk 169.311
- België 83.811
- Italië 63.467
- Spanje 42.864
- Portugal 13.247
- Luxemburg 2.731
Bron: European Alternative Fuels Observatory, 12 juni 2025
De ongemakkelijke waarheid
“Comfort en gebruiksgemak zijn belangrijker dan milieubewustzijn”De twijfel bij de reiziger is dus niet verwonderlijk. Je moet rekening houden met een beperkte laadinfrastructuur in sommige landen en mogelijke wachttijden bij snelladers. Combineer dat met kinderen op de achterbank en een strakke inchecktijd aan het hotel, en het is begrijpelijk dat sommigen de sprong nog niet wagen.
De conclusie is een ‘ongemakkelijke waarheid’: de elektrische auto, gepromoot als hét ecologische alternatief, wordt vervangen door een veel vervuilender vervoermiddel zodra er meer dan duizend kilometer op het programma staat. Niet omdat dat goedkoper of duurzamer is, maar omdat het gemakkelijker is. Voor wie écht werk wil maken van duurzame mobiliteit, is dat een pijnlijke vaststelling.