De Adam is Opels antwoord op de Mini, Fiat 500 en Citroën DS3. Frivool, zeker voor een Duitser, en ook hoogst personaliseerbaar. In de catalogus stuiten we op een ellenlange optielijst doorspekt met inzetstukken en dergelijke, en worden we geconfronteerd met kleurennamen als James Blonde, Red'n'Roll, Dancing Green, White My Fire en A Star is Brown. Dat terwijl de uitrustingsniveaus Jam, Glam en Slam (en White Link en Black Link) toch ook al gretig hun best doen om hip over te komen. En voor wie het nog niet wist: de Adam is vernoemd naar de oprichter van het merk.

Prijzen en motoren

De instapper gebruikt enkel z'n voornaam en is er voor € 11.800. In ruil krijg je een 70pk sterke 1.2 in karige basisuitrusting - zonder airco bijvoorbeeld - die gemiddeld 124g/km CO2 de lucht in spuwt. Een zuiniger exemplaar, met start/stop en 'eco' voor z'n naam, tovert 118g/km op de fiche maar kost wel € 350 meer.

Vanaf Jam (€ 13.200 voor de 1.2) kan je voor elke beschikbare motor kiezen. Het zijn er voorlopig twee. Eén daarvan hebben we net vernoemd, met de andere zijn we deze keer aan de slag. En ook dat blokje loopt op benzine. Het telt 1.4 liter longinhoud, is standaard gekoppeld aan start/stop, kost € 14.895 in combinatie met een Adam Jam en jaagt 100pk richting de vooras ervan. Een 87pk-versie, onze kennismaking met de Adam, staat (nog) niet in de Belgische prijslijst. Wat we wel met zekerheid mogen verwachten, is de 150pk-uitvoering van de 1.4 en de driecilinder 1.0 Ecotec turbomotor met 90 of 115pk. Dat worden de eerste Adams met een manuele zesbak. Het duurste model vandaag, nog steeds met een vijfbak dus, kost op een haar na € 17.000.