De lijnen van de nieuwe Leon zijn weerom dynamischer en agressiever dan voorheen. De voorkant is strakker, met een meer taps toelopende koplampoptiek. De motorkap heeft nu twee plooilijnen en de zeshoekige honingraatgrille omgeven door een matgrijze sierlijst (op de FR-versie) zorgt voor meer sportiviteit. De voorbumper van de FR-versie onthult valse luchtinlaten waarin mistlampen discreet zijn geïntegreerd. De daklijn is minder scherp afgelijnd dan bij het uitgaande model en de taillelijn meer uitgesproken. De bips is echter wat het meest evolueert. De achterklep heeft scherpe lijnen en de breedte wordt geaccentueerd door een lichtstrip die de achterlichten met elkaar verbindt. Die lichtstreep is iets wat de VW-groep al op een hoop nieuwe, vooral hoger gepositioneerde modellen introduceerde (denk aan de Audi A7 / A8 of zelfs Porsche 911 type 992).

Zelfde structuur, langere wielbasis

Op het eerste gezicht valt het niet op, maar ook de afmetingen van deze vierde generatie veranderen. De Leon is nu 4,37 m lang, 9 cm langer dan zijn voorganger. Hij wint ook 5 cm aan wielbasis, wat (zie verderop in deze test) vooral heilzaam is voor het plaatsaanbod achteraan. Aan de andere kant verliest hij 2cm in hoogte - 1,42 m tegen 1,44 m eerder - en in breedte - 1,80 m tegen 1,82 m. De laadruimte verandert nauwelijks en biedt toch 380 liter volume. Een cijfer dat dat voor dit segment in de hogere middenmoot zit, op hetzelfde niveau als een Golf (die hetzelfde platform deelt) en boven een Renault Megane (335l).