Tegen 2025 wil Audi meer dan 20 elektrische auto’s op de markt brengen. Maar de Duitsers weten erg goed dat de laadinfrastructuur een heikel punt blijft in de meeste Europese landen. Het merk denkt daarom zelf na over laadstations. Stijl Tesla zeg maar, dat ook z’n eigen netwerk uitbaat, maar dan met meer omkadering.

Twee vliegen in één klap

Een Audi-oplaadhub zal worden opgebouwd uit verschillende containerunits die geschikt en gestapeld kunnen worden. Het is met andere woorden een schaalbare architectuur. Elke hub moet minstens zes laadstations tellen. De fabrikant is zich echter bewust van het feit dat de elektriciteitsvoorziening voor zes snelladers op veel plaatsen problematisch kan zijn (overheden dansen deskundig om die hete brij heen). Daarom moet een hub ook zelf energie opslaan. Er moet minstens 2,45Mwh energieopslag zijn. Het laadstation kan in lithium-ion-accu’s energie bufferen wanneer er geen auto’s aan de stekker hangen.

Audi kan met die opstelling twee vliegen in één klap slaan. Het kan in die hubs immers accu’s gebruiken die niet meer in auto’s dienstig kunnen zijn. Automerken zijn verplicht om die te recycleren of te hergebruiken, maar de recyclage van autobatterijen zit nog in een experimenteel stadium en is nog niet rijp voor industrialisatie. Dat wil zeggen dat alleen hergebruik momenteel een praktische oplossing biedt. Recyclage lukt (nog?) niet.

Audi-Lounge

In de hub wil Audi klanten die op hun auto wachten een aangename ervaring bieden. De sfeer en de accomodatie moet er vergelijkbaar zijn met wat je in een eersteklasselounge op een luchthaven vindt. Televisies, comfortabele zetels, plaats om eventueel wat te weren.

Audi wil volgend jaar een eerste proefproject in Duitsland openen. Het is nog op zoek naar een geschikte locatie.