Een Renault Clio is tussen 2015 en 2025 40 procent duurder geworden. “92,5 procent daarvan is toe te schrijven aan regeltjes.” Die uitspraak komt van de toplui van autoreuzen Stellantis en Renault in de Franse krant Le Figaro. Volgens John Elkann (Stellantis) en Luca de Meo (Renault) maakt de Europese regelneverij auto’s compleet onbetaalbaar “een kwart van onze ingenieurs is bezig met het naleven van regeltjes”.
Geen kleine auto’s meer
De kleine, betaalbare wagens zijn de grootste slachtoffers van de Europese regelwoede. Voor het uitbreken van de covidpandemie kon je in Europa nog compacte, eenvoudige auto’s kopen voor pakweg 10.000 euro. Auto’s als de Citroën C1, Fiat Panda, Renault Twingo, Dacia Sandero… inmiddels zijn de meeste van die auto’s verdwenen of bijna in prijs verdubbeld. Het marktaandeel van die kleine stadswagens is in Europa gekelderd van 50 naar amper 5 procent. Veel Europese verplichtingen die auto’s onbetaalbaar maken hebben met uitstoot- en veiligheidsnormen te maken. Ironisch, want de kleine auto’s die nu verdwijnen hebben zowel in productie als in verbruik de laagste voetafdruk. Maar ze worden door de kostprijs van verplichte voorzieningen helemaal uit de markt geprijsd.
Tegen 2030 worden nieuwe auto’s nog eens 40 procent duurder
De toplui Elkann en de Meo zijn vernietigend voor de Europese houding. Ze pleiten voor een radicaal eenvoudiger regelkader met minder versnippering en duidelijke aanspreekpunten binnen de Europese Commissie. Nieuwe regels zouden enkel voor nieuwe modellen moeten gelden en gebundeld worden per thema. “Terwijl Amerika en China een industrieel beleid voeren, doet Europa alsof regels op zich een strategie zijn” breekt de Meo het Europese beleid af. Tegen 2030 moeten nieuwe auto’s in Europa nog eens aan 100 (honderd!) extra verplichtingen voldoen. Stellantis en Renault becijferden dat de prijs daardoor nog eens veertig procent zou stijgen.
Elektrificatiedoelstelling moet teruggedraaid worden
“Europese regelneverij maakt auto’s compleet onbetaalbaar”Ook over de halsstarrige Europese focus op elektrificatie zijn de topmannen allesbehalve mals. “Dit gaat niet over pro of contra elektrisch. We moeten het speelveld heropenen voor een gezonde mix van technologieën, inclusief moderne verbrandingsmotoren.” De gemiddelde leeftijd van het Europese wagenpark ligt intussen op 12 jaar. “Focus liever op het vervangen van oude auto's dan op een elektrische monocultuur.”
De snelle veroudering van het Europese wagenpark zou een rem zetten op een échte verbetering van de luchtkwaliteit en de CO2-uitstoot. Europeanen blijven nu veel langer met hun vervuilende auto’s rondrijden, terwijl vervanging door modernere motoren - ook al gebruiken die fossiele brandstoffen - wél een echte verbetering met zich mee zou brengen. In Frankrijk is het wagenpark nu al gemiddeld 12 jaar oud. In ons lang is de symbolische grens van 10 jaar inmiddels ook doorbroken. In 2019 werden in Europa 18 miljoen nieuwe auto’s verkocht. Nu is dat nog 15 miljoen. Die verkoopsdaling heeft ook enorme economische gevolgen.
Iedereen elektrisch tegen 2035 hoe langer hoe onwaarschijnlijker
Het Europees Parlement kondigde ondertussen aan dat de strenge CO2-doelstellingen versoepeld worden. Dat moet vermijden dat constructeurs nu al miljarden aan boetes riskeren en dat sommige auto’s op benzine of diesel niet meer uitgeleverd mogen worden. Automerken zouden dan tot eind 2027 de tijd krijgen om een gemiddelde uitstoot (die wordt berekend over alle verkochte auto’s) van 93,6 g/km te halen. Aanvankelijk moest de autosector daar dit jaar al aan voldoen, maar onder druk van nakende chaos en een (nog groter) economisch bloedbad, wordt nu bijgestuurd. Het verbod op nieuwe benzine- en dieselwagens in 2035 blijft voorlopig onaangetast.