Hyundai i30 1.4, 2.0 en 2.0 CRDi

Hyundai i30 1.4, 2.0 en 2.0 CRDi
Bekijk 4 foto's
Door: BV 21-11-2007

Hyundai doet met de i30 een opgemerkte aanval op het overvolle C-segment. Een marktdeel waarin de constructeurs elkaar hevig bekampen, maar waarin eveneens en groot volume (3 miljoen wagens op jaarbasis in Europa) schuilt, waardoor het aantrekkelijk is. De Koreanen van Hyundai en Kia hebben begrepen dat je in onze contreien moet scoren met producten die op Europese leest geschoeid zijn. Kia introduceert de Cee'd en Hyundai bracht deze i30 op de markt. Beide producten zijn, op vlak van uiterlijk en onderhuids al helemaal, nauw verwant. Op hun ontwikkeling werd toegezien vanuit Duitsland en de productie geschiedt ook op (Oost-)Europese bodem. Bovendien wisten beide zustermerken elk een originele blikvanger te bedenken. In een segment waarin ook de lease-klant heer en meester is, probeert Kia de ratio te paaien door meteen zeven jaar waarborg te geven. Hyundai trekt dan weer de kaart van de veiligheid en biedt als eerste constructeur in het segment standaard stabiliteitscontrole aan. Hyundai lanceerde de i30 deze zomer meteen met een zeer ‘Belgische' motor; een 1.6 dieseleenheid met naar keuze 90 of 115pk die behalve zuinig en voldoende pittig, ook bijzonder overtuigend voor de dag komt. We hebben die versie reeds eerder uitgebreid aan de tand gevoeld, en verwijzen voor de gedetailleerde test graag door naar ons testarchief.

Heden dikt Hyundai z'n lanceringsaanbod aan met twee benzineversies en een extra dieseloptie. Die laatste heeft een slagvolume van twee liter, levert 136pk, houdt 304Nm trekkracht achter de hand en wordt als enige standaard gekoppeld aan een zesbak. Het is dan ook veruit de meest dynamische telg uit het aanbod, die vooral overtuigt met flukse hernemingen. Om echt dynamisch voor de dag te komen, toont het onderstel van de i30 zich evenwel wat te veel onderstuurd en missen we zijdelingse steun in het zitmeubilair. Kilometers vreten doet de i30, ook bij wat hogere snelheden, als de beste al geldt datzelfde eigenlijk ook reeds voor de 1.6 CRD. De 2.0 CRD bestaat enkel in de bijzonder rijkelijk uitgeruste topversie en tikt daardoor af op € 26.000. De 1.6 is in alle uitrustingsniveaus verkrijgbaar, en dat reeds vanaf € 16.500.

Bij de benzines stelt de tweeliter enigszins teleur. Het model kent wel een aangename loopcultuur, en het blok klimt gretig in de toeren. Toch toont de eenheid zich in het middentoerentalgebied eerder hol door een gebrek aan trekkracht. Een zesde overbrengingsverhouding zou dit kunnen verhelpen maar die is niet voorzien. Aan de 2.0 -eveneens enkel leverbaar met alle toeters en bellen- hangt een prijskaartje van € 23.500. De 1.4, gekoppeld aan een vijfbak, is de nieuwe instapper in het gamma. Een weinig benijdenswaardige positie, en toch laat de viercilinder zich positief opmerken. De eenheid is immers zeer modern. Dat uit zich enerzijds in een puik vermogen van 109pk, wat vergelijkbaar is met menig 1.6. Bovendien wordt de voorradige trekkracht breed over het bereik uitgesmeerd. Een sprinter zal je er niet van maken, ook niet als je het vermogen hoog in de toeren gaat opzoeken. Maar de 1.4 kan meer dan probleemloos mee met het verkeer en laat zich vooral door z'n grote werkingscomfort, soepel gebruiksgemak en grote homogeniteit op te merken. Hij is verkrijgbaar vanaf € 15.000.


Geef commentaar
comments by Disqus