Belgen leenden nog nooit zoveel geld voor de aankoop an een auto. Volgens bankenfederatie Febelfin wordt voor een nieuwe auto vandaag gemiddeld al 23.750 euro geleend. Tien jaar geleden was dat nog 15.500 euro. Op tien jaar tijd is het bedrag met de helft toegenomen.
Maar er wordt niet alleen gretig geleend voor een nieuwe auto. Ook wie een tweedehandswagen koopt, klopt almaar vaker voor grotere bedragen bij de bank aan. Daar steeg de gemiddelde autolening van 10.900 euro in 2015 naar 17.550 euro vandaag - een toename van 91 procent.
De looptijd van een lening verschilt: voor een nieuwe wagen meestal vier à vijf jaar, bij een tweedehandswagen wat korter. Toch blijft de trend duidelijk: de bedragen die Belgen moeten lenen voor een auto liggen hoger dan ooit.
Waarom wordt de auto steeds duurder?
De prijsstijging van auto’s heeft verschillende oorzaken. Fabrikanten moeten de voorbije jaren fors investeren in veiligheids- en milieutechnologie om te voldoen aan strengere Europese regels. Dat gaat van verplichte rijhulpsystemen tot emissie-eisen die enkel haalbaar zijn met complexe en dure aandrijftechnieken. Europa neemt op beide vlakken het voortouw. Ironisch genoeg zijn daardoor veel betaalbare automodellen verdwenen - wegens niet langer aan een voldoende aantrekkelijke prijs aan te bieden.
Daarnaast groeit het aandeel van elektrische voertuigen in het wagenpark. Die zijn in aankoop nog altijd duurder dan vergelijkbare benzine- of dieselmodellen. Het resultaat: wie een auto wil, betaalt aanzienlijk meer dan een decennium geleden – en financiert dat verschil steeds vaker met een lening.
Febelfin wijst er wel op dat het totale geleende bedrag stijgt, maar het aantal autoleningen niet. Het Belgische wagenpark wordt intussen steeds ouder - een auto in ons land is nu gemiddeld meer dan tien jaar oud.